Tentoonstellingen
Between the Lines
Prints from Leiden University in Museum Bredius
Wegens succes verlengd tot 14 juli 2024!
In Museum Bredius zijn binnenkort 21 prenten te gast uit de collectie van de Universiteit Leiden. Deze tentoonstelling is samengesteld door een groep internationale master studenten Arts and Culture. Voor de cursus ‘Art on Paper’ koos iedere deelnemer een schilderij uit Museum Bredius en twee prenten uit de collectie van de Universiteit Leiden. Het doel was te zoeken naar inhoudelijke verbanden, beeldtradities en betekenissen in de Nederlandse schilder- en prentkunst in de periode 1580-1700. De prenten hangen daarom tussen de schilderijen in het museum zodat de bezoeker direct hun samenhang kan zien.
De Universiteit Leiden bezit meer dan 100.000 prenten en 12.000 tekeningen. Deze collectie is in een periode van tweehonderd jaar samengebracht. Voor studenten zijn werken uit de collectie inspirerende bronnen van onderzoek. In deze tentoonstelling nemen zij u graag mee.
De 21 prenten getoond zijn gemaakt door Nederlandse kunstenaars in de periode 1580-1700. Alle prenten verbeelden scènes en motieven die ook voorkomen op schilderijen in het museum, zoals een vrouw die pannenkoeken bakt, musicerende gezelschappen, vrolijke drinkers, kwakzalvers en mythologische figuren. Vaak hebben de uitgebeelde verhalen en motieven een diepere betekenis. Maar die is niet in één oogopslag duidelijk. Er moet wat beter worden gekeken – between the lines.
Die lijnen kunnen we wat betreft de prenten letterlijk nemen. Deze voorstellingen zijn immers opgebouwd uit zwarte inktlijnen op papier. Er zijn op de tentoonstelling gravures en etsen te zien. Voor beide prenttechnieken vormt de basis een koperplaat waarin een voorstelling is uitgesneden. De ontwerptekening daarvoor werd vaak gemaakt door een andere kunstenaar dan de graveur of etser. Daarom treft u soms bij één prent twee kunstenaarsnamen aan.
De voorstelling in de koperplaat werd voorzien van inkt en met een drukpers afgedrukt. Het eindresultaat op papier is spiegelbeeldig aan het ontwerp. Van een koperplaat kunnen honderden afdrukken worden gemaakt. Daardoor waren prenten veel goedkoper dan schilderijen en raakten ze wijd verspreid. Ze werden gekocht door een breed publiek, ook door kunstenaars. Prenten waren een effectief middel om ideeën over gedrag en moraal te verspreiden. Ook kennis over de natuur en de klassieke oudheid raakte via de prentkunst bekend.
Het bijzondere leven van Elisabeth Pop op Lange Vijverberg 14
12 september t/m 30 december 2023
Schenking portret van Elisabeth Artz-Pop door Albert Roelofs.
In Museum Bredius is vanaf 12 september het portret van Elisabeth Artz-Pop te zien, dat Albert Roelofs in 1911 van haar schilderde. De uiterst markante Elisabeth Artz-Pop (1888-1981) woonde op Lange Vijverberg 14 in Den Haag. Thans huist daar Museum Bredius.
In 1911 was op Lange Vijverberg 14 Maison Artz gevestigd, de Haagse kunsthandel van Elisabeth’s echtgenoot, Tony Artz (1883-1941). Elisabeth en Tony woonden boven de kunsthandel samen met hun twee dochters Lislie (1907-1996) en Marjorie (1908-1976). Marjorie’s kleindochter besloot het portret van haar over-grootmoeder te schenken aan Museum Bredius. Daar is het te bewonderen in een presentatie die ook kunsthandel Maison Artz belicht.
Albert Roelofs (1870-1920) geldt als één van de meest getalenteerde portretschilders van zijn tijd. Zoon van de beroemde landschapschilder Willem Roelofs, genoot hij zijn opleiding in Den Haag en Parijs. Hij trouwde met de schilderes Tjieke Bleckmann. Zowel Koningin Wilhelmina, als prinses Juliana namen schilderlessen bij hem. Het portret dat Roelofs van Elisabeth Artz-Pop in zijn atelier in 1911 schilderde, hangt nu, na meer dan 100 jaar, weer in het huis waar het oorspronkelijk heeft gehangen, in Lange Vijverberg 14.
Gezichtsbedrog lang voor Escher
18 februari t/m 30 oktober 2023
Escher staat in een lange traditie van kunstenaars die gefascineerd waren door perspectief en gezichtsbedrog.
Dit jaar is het 125 jaar geleden dat de kunstenaar Maurits Cornelis Escher (1898-1972) werd geboren. Met de grootste museale Eschercollectie ter wereld vormt Den Haag het centrum van dit bijzondere jubileumjaar. Ter ere van het Escher-jaar toont Museum Bredius Gezichtsbedrog Lang Voor Escher.
In deze mini expositie belichten de zeventiende-eeuwse schilderijen verschillende vormen van gezichtsbedrog, waaronder een anamorfose en verschillende trompe l’oeils.Het topstuk van de expositie is de uiterst zeldzame perspectiefkast. Er zijn er maar 6 van op de wereld, en er is er maar één in Nederland. Dat is die van Museum Bredius.
Toegang tot de expositie is gratis in combinatie met een ticket van Escher in het Paleis.
Rembrandt ontdekt in Museum Bredius
3 november 2022 t/m 15 januari 2023
In de collectie van Museum Bredius in Den Haag bevindt zich een olieverfschets met De oprichting van Jezus aan het kruis, die van Rembrandt blijkt te zijn. De ontdekking van deze nieuwe Rembrandt werd gedaan door Dr. Jeroen Giltaij, voormalig hoofdconservator oude schilder- en beeldhouwkunst bij Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. Giltaij onthult deze ontdekking in zijn nieuwe publicatie: Het Grote Rembrandt Boek. Alle 684 schilderijen. De oprichting van Jezus aan het kruis werd in 1921 verworven door Abraham Bredius voor zijn eigen verzameling als een werk van Rembrandt.
Hoewel Abraham Bredius bij zijn aankoop in 1921 er ook van overtuigd was dat Rembrandt de maker was van de schets, hebben kunsthistorici de schets later afgeschreven.
Jeroen Giltaij kwam tot de conclusie dat de schets wel degelijk door Rembrandt is vervaardigd.
Na verwijdering van de vergeelde vernislagen en van de 19de-eeuwse overschilderingen, bleek het `handschrift` van Rembrandt nog beter te herkennen.
Daarna werd technisch onderzoek verricht door restaurator Johanneke Verhave van Restauratie Atelier Rotterdam en Petria Noble van het Rijksmuseum. Zij hebben niets geconstateerd dat een toeschrijving aan Rembrandt tegenspreekt.
> Lees hier: hoe deze nieuwe toeschrijving totstand is gekomen.
Masterly The Hague: biënnale 2021
21 t/m 24 oktober 2021
Vijf locaties, honderd hedendaagse ontwerpers, kunstenaars en fotografen , vier dagen lang: Masterly The Hague bracht een ode aan het Nederlands landschap. Verspreid over verschillende historische locaties (waaronder Bredius) waren landschappen en natuurstillevens te zien van Nederlandse schilders, gecombineerd met Dutch Design, kunst en fotografie.
Een bundeling van talent, inspiratie en vakmanschap. Of, zoals initiatiefnemers Willem Jan Hoogsteder (bestuurslid) en Nicole Uniquole (curator) het zo mooi verwoorden: een ‘pas de deux tussen nieuw en oud’. De art direction en styling van de Masterly biënnale 2021 was wederom in handen van vermaard stylist Maarten Spruyt.
In de ban van de Zee
10 december 2019 t/m 22 maart 2020
Drie maanden lang was de Inder Rieden-collectie exclusief te zien bij museum Bredius in Den Haag. De collectie bevindt zich normaal gesproken in Londen en heeft Groot-Brittannië nooit eerder verlaten, tot nu toe!
De Inder Rieden-collectie is één van de grootste privéverzamelingen van 17de-eeuwse maritieme schilderijen in de wereld. Rivier-, oever-, strand- en zeegezichten, maar ook zeeslagen en scheepsportretten geven een prachtg beeld van de Hollandse Gouden Eeuw op het water. Onder de schilders bevinden zich grote maritieme namen zoals Van de Velde, De Vlieger, Van Goyen, Storck, Verbeeck, Backhuysen en Vroom.
Masterly The Hague 2019
Schoonheid Misleidt
1 december 2017 t/m 8 april 2018
Museum Bredius is in het bezit van de enige perspectiefkast, een soort kijkdoos, in Nederland. In de tentoonstelling Schoonheid Misleidt staat deze kast centraal samen met andere werken die de fascinatie voor het misleiden van het publiek laten zien.
De perspectiefkast komt uit de 17de eeuw en is toegeschreven aan Samuel van Hoogstraten. Dr. Abraham Bredius kocht de perspectiefkast in de 19e eeuw en heeft de behuizing nooit aangepast. Naast de perspectiefkast bestond de tentoonstelling uit een aantal schilderijen en kunstobjecten met als thema ‘misleiden’. De perspectiefkast heeft na de tentoonstelling een vaste plek gekregen in het museum en zo blijft dit prachtige en unieke exemplaar te bewonderen door iedereen.
Masterly The Hague 2018
20 t/m 23 september 2018
In 25 historische ruimtes aan de Lange Vijverberg in Den Haag werd de rode loper uitgerold.
Op deze prachtige locatie tegenover de Hofvijver, openden drie monumentale panden voor het eerst gezamenlijk de deuren voor het publiek.
Lange Vijverberg 14, 15 en 16 toonde de collecties van kunstverzamelaar Dr Abraham Bredius, van Hoogsteder & Hoogsteder en van schilder Cornelis Kruseman. Tijdens Masterly The Hague werden deze historische schilderijen gecombineerd met speciaal voor de gelegenheid vervaardigde werken van hedendaagse ontwerpers. De haute couture van Viktor & Rolf vormde een mooi samenspel met het schitterende harnas en de weelderige kraag op het portret van Frederik Hendrik, Prins van Oranje geschilderd door Michiel van Mierevelt.
De metershoge metalen bloemen van Linda Nieuwstad werden gekoppeld aan de roosjes in de hand van de rijkste vrouw in 17e-eeuws Amsterdam, vereeuwigd door Jurriaen Ovens.
Fotografenduo Petra en Erik Hesmerg lieten foto’s zien bij een mysterieus Sottobosco schilderij van de uiterst zeldzame schilder J.M. Sartory. Bij dé 19de-eeuwse hofschilder Jean-Baptiste Van der Hulst was textielvormgever Jan Koen Lomans uitverkoren te exposeren. Samen met hen waren er nog 60 andere meesters van Dutch Design die deel konden nemen aan Masterly The Hague.
Curator Nicole Uniquole koos welke meesterontwerper met welke Oude Meesters samen mocht exposeren. Gedurende vier dagen konden de schitterende combinaties bewonderd worden door een publiek dat in veel gevallen voor het eerst Museum Bredius bezocht. De art direction en styling van Masterly The Hague was in handen van Maarten Spruyt met wie Nicole Uniquole vele tentoonstellingen vormgeeft.
Linking Pieces
3 december 2016 t/m 5 maart 2017
In 1931 kocht Dr. Abraham Bredius een vreemd schilderij. Het was geschilderd door Hendrick Aerts en toont een man die door de dood met een zeis begeleid wordt naar zijn graf. Het bleek het rechterdeel te zijn van een veel groter schilderij, de Allegorie op de ouderdom en de dood.
Het Museum was verheugd toen bleek dat in Zweden het ontbrekende deel van dit magistrale stuk opdook. Marina Aarts (geen familie van de schilder) maakte het museum er op attent en de Stichting Vrienden van Museum Bredius was in staat het werk te verwerven.
Met de tentoonstelling ‘Linking Pieces’ gaf Museum Bredius als eerste museum in Nederland breder inzicht in de reden en wijze waarop schilderijen in het verleden in tweeën gedeeld zijn en door toeval of jarenlang onderzoek weer bijeen komen. Er zijn diverse voorbeelden van schilderijen die gescheiden zijn geweest en nadien weer tot één geheel zijn teruggebracht; ook dat aspect kwam aan de orde in de tentoonstelling ‘Linking Pieces’.
Geen Cuyp, wel Calraet
6 oktober 2015 t/m 18 januari 2016
De vraag aan wie een kunstwerk kan worden toegeschreven, is misschien wel de belangrijkste binnen de kunstgeschiedenis. Abraham Bredius was de her-ontdekker van verloren gegane schatten en vergeten schilders. Een goed voorbeeld van een dergelijke meester uit de zeventiende eeuw is Abraham van Calraet (1642-1722), van wie Museum Bredius ruim 20 werken toonde.
De initialen AC waarmee Abraham van Calraet meestal zijn werk signeerde werden lange tijd aangezien voor die van de veel grotere en beroemdere Albert Cuyp. Beiden werkten deels gelijktijdig in Dordrecht en hun stillevens toonden gelijkenis. Het was de verdienste van Abraham Bredius die als echte archiefvorser een groep stillevens met perziken niet langer toeschreef aan Aelbert Cuyp, maar aan de onbekende Abraham van Calraet. Daarmee stuitte Bredius tegen de borst van de kunsthistoricus Cornelis Hofstede de Groot die bij hoog en bij laag volhield dat Bredius het bij het verkeerde eind had. Waren de perziken nou van Cuyp zoals de traditionele toeschrijving wilde, of van Calraet? Er ontstond een gepassioneerde discussie en de beschuldigingen over en weer stapelden zich op, die vaak niet eens meer te maken hadden met Van Calraet of Cuyp.
De ontdekking in 1916 in de kunsthandel van een schilderij van Abraham van Calraet maakte een einde aan de strijd tussen beide heren. Het werk was voluit gesigneerd en paste goed bij de stillevens die onderwerp van discussie waren geweest. Bredius triomfeerde. Hij kocht het schilderij en legateerde het later aan het Mauritshuis. Het schilderij is nu samen met 20 andere werken van Van Calraet te zien op deze tentoonstelling.
Bredius, Jan Steen en het Mauritshuis
27 juni 2014 t/m 8 januari 2015
Bredius vond Jan Steen, na Rembrandt, de beste Hollandse schilder ooit. Museum Bredius brengt een ode aan het werk van Jan Steen door het organiseren van een tentoonstelling over zijn werk. De kern hiervan wordt gevormd door de 9 werken die Abraham Bredius zelf heeft verzameld en deze selectie is verder aangevuld met 11 schilderijen uit openbaar en particulier bezit.
In de tentoonstelling ligt de nadruk op het vroege werk van Jan Steen. De tentoonstelling onthult waar de oorsprong van zijn kunstenaarschap ligt en hoe hij zich in slechts enkele jaren van landschap- tot figuurschilder ontwikkelde. Daarvoor zijn 6 landschappen en 1 stadsgezicht geselecteerd.
Om Steens ontwikkeling tot figuur- en genreschilder te tonen is voor het eerst sinds 1926 een sleutelstuk uit zijn oeuvre te zien: de fabel van de sater en de boer uit het bezit van de oprichter van de Koninklijke Philips NV, Dr. Anton Philips. Het werk was zijn favoriete kunstwerk en hij heeft het slechts één keer voor een expositie willen afstaan. In het Museum Bredius wordt dit doek weer in volle glorie getoond nadat het eerder dit jaar een volledige restauratie heeft ondergaan, speciaal voor de tentoonstelling.
Een aantal van de geselecteerde schilderijen zijn nog nooit geëxposeerd. Museum Bredius heeft de primeur voor een tentoonstelling van een van de belangrijkste ontdekkingen van de afgelopen jaren, Steens op Elsheimer gebaseerde Bespotting van Ceres. Het is een van de weinige nachtstukken die we van Steen kennen en het verhaal is ontleend aan de Metamorfosen van Ovidius, de ‘schildersbijbel’ in de woorden van Carel van Mander.
Huygens rond de Hofvijver
25 april t/m 8 september 2013
Huygens rond de Hofvijver is een gezamelijke presentatie van het Haags Historisch Museum en Museum Bredius. In het Haags Historisch Museum staat de band van Constantijn Huygens met Den Haag, zijn geboortestad, centraal. In Museum Bredius is een tentoonstelling over Huygens als kunstkenner en verzamelaar. Ook is er aandacht voor Huygen’s rol als kunstbemiddelaar aan het hof.
In de tentoonstelling zijn meer dan dertig schilderijen te zien, waaronder twee werken die ooit deel uitmaakten van Huygens’ eigen verzameling. Leer hier de persoonlijke smaak van Huygens kennen aan de hand van schilderijen van zeventiende-eeuwse meesters als Rembrandt, Jan Lievens, Van Goyen en Honthorst.
Tall and small
11 oktober 2011 t/m 15 januari 2012
In de tentoonstelling Tall and Small is voor het eerst miniatuurzilver te zien naast de grote zilveren voorwerpen waarnaar ze zijn vormgegeven. De tentoonstelling bestaat uit honderden miniaturen afkomstig uit de collectie van Abraham Bredius en de Haagse antiquair juwelier A. Aardewerk. Verder wordt de tentoonstelling aangevuld met bruiklenen uit internationale particuliere collecties.
De ruim 80 stuks miniatuur zilver die deel uit maken van de collectie Bredius vormden de aanleiding voor deze tentoonstelling. Miniatuurzilver kwam in Nederland in de tweede helft van de 17e eeuw in de mode. Welgestelde dames, voornamelijk in Amsterdam, richtten een heel kabinet in als poppenhuis wat vervolgens werd voorzien van een miniatuurzilveren huisraad. Een kostbare hobby, de miniaturen werden van hetzelfde materiaal vervaardigd als de munten uit die tijd. Het poppenhuis werd een statussymbool. In de 18e eeuw was dit een grote rage. De vraag naar miniatuurzilver was in Amsterdam zo groot dat zilversmeden zich van generatie op generatie konden specialiseren in het maken van dit “poppegoet” zoals het miniatuurzilver in die tijd werd aangeduid.
Naast interieurstukken zijn ook verschillende beroepen, sporten en transportmiddelen in miniatuur zilver tentoongesteld. Enkele zeer zeldzame exemplaren zijn een zonnewijzer, een hemelbed, een biljarttafel en zelfs een draaimolen.
Presentatie Kunstnijverheid catalogus
In 2011 zijn voor het eerst alle kunstnijverheidobjecten uit de collectie van dr. Abraham Bredius door experts onderzocht. In deze catalogus worden ze beschreven en afgebeeld. Al het meubilair, glas en kristal bleken d’époque. Tijdens het onderzoek zijn ook enkele bijzondere ontdekkingen gedaan. Zo bevond zich tussen het miniatuurzilver enkele uiterst zeldzame voorwerpen, zoals een paar miniatuur Friese doorlopers en twee piepkleine kastanjevazen.
Sensationeel was dat Joseph Estié een vijfdelig kaststel herkende als zeer vroeg Meissener porslein. Het geldt thans als een van de meest exceptionele stukken Duits porselein in Nederlands museaal bezit.
Verrassende restauraties
27 november 2009 t/m 31 januari 2010
Vele werken uit de collectie van Abraham Bredius zijn in de loop van de jaren gerestaureerd. Vergeelde vernislagen en oude retouches zijn verwijderd om de werken weer in hun volle glorie te laten stralen. Deze tentoonstelling staat in het teken van de verrassende onthullingen die de restauraties aan het licht brachten.
Eén van de onthullingen die een restauratie teweeg kan brengen is het veranderen van de toeschrijving van een schilderij. Zo werd bij de restauratie van het werk ‘schilder in zijn atelier’ duidelijk dat het signatuur van Hendrick Gerritsz Pot een latere toevoeging was. Na verder onderzoek kon het werk aan Jan Miense Molenaer worden toegeschreven. Daarnaast zijn de schedels op de voorgrond, die later waren overgeschilderd, weer tevoorschijn gekomen.
Meesters en Molens, van Rembrandt tot Mondriaan
17 juni t/m 2 september 2007
In 2007 is het 600 jaar geleden dat de eerste poldermolen in Nederland werd gebouwd. Om meer aandacht te vragen voor het behoud van de Nederlandse molens heeft de Hollandse Molen vereniging 2007 tot het jaar van de molen benoemd. Museum Bredius, het Noordbrabants Museum en het Drents Museum dragen hier aan bij met tentoonstellingen die de Nederlandse molen centraal stelt.
De tentoonstelling Meesters en Molens laat zien hoe beeldbepalend en inspirerend de molen door de eeuwen heen in het Nederlandse landschap zijn geweest. Door deze tentoonstelling kunnen we ook bij de huidige generatie belangstelling wekken door de molen te tonen door de ogen en de uitbeeldingskracht van een groot aantal schilders zoals Rembrandt, Van Jacob van Ruisdael, Jan van Goyen, Aelbert Cuyp en nog vele meer.
Rondom Rembrandt
23 juni t/m 24 september 2006
In 2006 is het 400 jaar geleden dat Rembrandt van Rijn werd geboren en daarom is dit jaar uitgeroepen tot het Rembrandtjaar. De tentoonstelling ‘Rondom Rembrandt’ illustreert de invloed die Rembrandt op zijn collega schilders en leerlingen had.
Uit eigen collectie wordt een fraaie samenstelling van schilderijen door Rembrandt-leerlingen getoond van o.a. Jacob Backer, Willem Drost, Samuel van Hoogstraten en Isaac de Jouderville. Dit alles aangevuld met tekeningen van Rembrandt uit eigen bezit en een aantal Rembrantesque bruiklenen.
Batholomeus Breenbergh
12 februari t/m 1 mei 2005
Museum Bredius is het eerste museum in Nederland dat het werk van Batholomeus Breenbergh (1597-1657) tentoonstelt. De tentoonstelling bestaat uit olieschilderijen en etsen.
Bartholomeus Breenbergh was een leerling van Pieter Lastman net als Rembrandt en Jacob Pynas. Ven 1619 tot 1629 woonde Breenbergh in Italië waar hij een van de oprichters van de beroemde ‘Schildersbent’ was. Dit was een groep van Nederlandse kunstenaars in Rome. Breenbergh was gespecializeerd in Italiaanse landschappen, vaak met een Bijbelse of mythologische scene. Breenbergh stond bekend onder de bijnaam ‘de fret’
Melchior d’Hondecoeter
2004-2005
Melchior d’Hondecoeter was een zeventiende-eeuwse schilder die gespecialiseerd was in stillevens, voornamelijk met gevogelte in de voorstelling. Museum Bredius organiseert een tentoonstelling rondom deze kunstenaar en een prachtig stilleven van zijn hand dat is verworven door Abraham Bredius.
Het werk Jachtstilleven met dode haas is in het verleden toegeschreven aan Jan Weenix aan de hand van een signatuur op het schilderij. Er waren toen echter al twijfels of het werk niet aan Melchior d’ Hondecoeter toebehoorde, wie bekend stond om horizontale compositie, warme coloriet, aandacht voor detail en terugkerende motieven. Tijdens de restauratie van het werk werd duidelijk dat het signatuur ‘Weenix’ een latere en dus vervaste toevoeging was.
400 jaar pijproken in beeld
15 augustus t/m 22 oktober 2003
Verscheidende werken in de collectie van Abraham Bredius staan in het thema van roken, waaronder een stilleven van Pieter Janssens Elinga. Aan de hand van deze werken wordt de praktijk van het pijproken gedurende 400 jaar belicht.
Na 15 oktober reist de tentoonstelling naar Middelburg waar het te zien zal zijn van 27 oktober tot 16 november.
Hierna zal de tentoonstelling onderdeel uitmaken van de tentoonstelling ‘Smoke signals: Smoking in Art’ in de Kunsthal van Rotterdam. Hier zullen de werken van 6 december tot 14 maart te zien zijn.
Hofvijver in poëzie en beeld
30 maart t/m 9 juni 2002
Museum Bredius is gelegen aan de prachtige Hofvijver in Den Haag. Op initiatief van Hermance Schaepman gaven 167 Nederlandse en Vlaamse beeldende kunstenaars, fotografen en dichters hun impressies weer van de Haagse Hofvijver.
De Haagse verzamelaars van nu
2001
Ter gelegenheid van het 10-jarige bestaan van Museum Bredius stelt Museum Bredius voor één keer haar zalen ter beschikking aan Haagse verzamelaars om het mooiste uit hun collectie te tonen. Via de Haagse Courant werden verzamelaars opgeroepen deel te nemen. Uit de vele inzendingen zijn de hier getoonde verzamelingen uitgekozen.
Onder de huid van de oude meesters
2001
De aanleiding van de tentoonstelling is een samenwerking tussen Museum Bredius en onderzoekers van het RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie). Met infraroodreflectiografie (IRR) zijn de verflagen en de ondertekening van verschillende schilderijen uit de Museum Bredius collectie zichtbaar gemaakt.
Als connaisseur was Abraham Bredius afhankelijk van zijn bril en vergrootglas voor het analyseren van kunstwerken, maar met hedendaagse onderzoekstechnieken zoals IRR krijgen wij een verrassende blik op het ontstaansproces van schilderijen. Zo onthullen ondertekeningen het originele ontwerp van de kunstenaar en de aanpassingen die hij later heeft aangebracht.
Rembrandt op papier
25 september 1999 t/m 9 januari 2000
Aanleiding voor de tentoonstelling ‘Rembrandt op papier’ is de tentoonstelling ‘Rembrandt zelf’ in het Mauritshuis. In het Mauritshuis worden de geëtste zelfportretten van Rembrandt getoond. In Museum Bredius zullen alle onderwerpen uit Rembrandt’s etswerk vertegenwoordigd zijn: het Oude en Nieuwe Testament, bedelaars, portretten, tronies, landschappen, naaktstudies en allegorische voorstellingen.
Abraham Bredius behoort zonder twijfel tot de grootste Rembrandt-kenners van het eerste uur. Reeds in 1935 stelde hij een oeuvre-catalogus samen van het geschilderde werk van deze grote meester. In zijn eigen collectie, nu in het bezit van het huidige Museum Bredius, hield hij de ‘Buste van Christus’ en daarnaast heeft hij enkele bijzonder fraaie Rembrandttekeningen verzameld.
Voor de samenstelling van de tentoonstelling werd als gastconservator de Rembrandt-specialist Theo Laurentius aangetrokken. Hij heeft een keuze mogen maken uit de collectie van het Prentenkabinet van de Universiteit Leiden, aangevuld met enkele bruiklenen van particulieren. Bij de samenstelling zijn tevens de eerste resultaten verwerkt van het technisch onderzoek waaraan de Leidse etsen recent zijn onderworpen.
Het Limburgse Pescatore Museum te gast in het Haagse Museum Bredius
10 april t/m 13 september 1998
In 1998 vond een uitwisseling plaats tussen Museum Bredius en het Pescatore Museum in Luxemburg. Hierbij toonde Museum Bredius 52 werken uit de Pescatore Collectie en gingen de belangrijkste werken uit de Bredius collectie naar het Pescatore Museum in de ‘Villa Vauban’ in de stad Luxemburg.
Het Pescatore museum bezit een collectie schilderijen van de 17e-19e eeuw, voornamelijk verzameld door de Luxemburgse verzamelaar Jean-Pierre Pescatore. De collectie bevat werken uit twee belangrijke Haagse verzamelingen, die ongeveer 150 jaar geleden geveild zijn, in 1851. Deze waren eigendom van Koning Willem II en van Baron van Nagell van Ampsen. Pescatore liet zijn collectie bij zijn dood na aan de stad Luxemburg. Nu zijn deze werken eindelijk weer in Den Haag te zien.
De meester-vervalser van Vermeer
9 april t/m 7 juli 1996
Ter gelegenheid van de Vermeer-tentoonstelling in het Mauritshuis organiseerde het Bredius Museum een kleine tentoonstelling met de beroemdste Vermeer-vervalsing als onderwerp: De Emmausgangers van Han van Meegeren.
Dit schilderij was in 1937 gepubliceerd door Abraham Bredius in het Burlington Magazine als ‘Een nieuwe Vermeer’. Nu, 50 jaar na Bredius’ dood in 1946, heeft nieuw onderzoek aangetoond dat Bredius oorspronkelijk, toen het schilderij aan hem werd getoond in Monaco, zijn twijfels had over de authenticiteit. Dit bleek duidelijik uit de recentelijk ontdekte correspondentie in de persoonlijke archieven van wijlen Dr. O.J.G. Kronig tussen Dr. Bredius en Van Meegeren’s vertegenwoordiger Mr. G.A. Boon. Op de tentoonstelling was ‘de Emmausgangers’ te zien, en ook een selectie van de meest relevante correspondentie en ander archiefmateriaal. Jim van der Meer Mohr schreef een artikel, Eerherstel voor Abraham Bredius?, dat werd gepubliceerd in Tableau Fine Arts Magazine, Vol. 18, nr. 5, 1996.
Rob van Koningsbruggen
24 september t/m 6 november 1994
Soms wordt het Bredius Museum een ontmoetingsplaats van klassieke en moderne kunst. In 1994 werd de schilder Rob van Koningsbruggen verzocht enkele van zijn werken te selecteren voor een tentoonstelling in het museum, zodanig dat elk van zijn non-figuratieve schilderijen getoond zou worden naast een compositioneel verwant 17e eeuws schilderij.
De presentatie van de nieuwe schilderijen en tekeningen catologus
In 1991 verscheen kort na de heropening van Museum Bredius, de derde druk van de beschrijving van de schilderijen en tekeningen uit de collectie van Museum Bredius, door Albert Blankert.