Boek nu

Historie

Museum Bredius

Toen Abraham Bredius ruim negentig jaar oud in 1946 overleed, liet hij de gemeente Den Haag zijn hele collectie van meer dan 200 schilderijen na. Bij zijn vertrek naar Monaco in 1924 had hij zijn grote huis op de Prinsengracht 6 in Den Haag al tot museum gemaakt. Tot 1985 was daar zijn verzameling schilderijen, tekeningen, antieke meubelen, zilver, kristal en porselein voor iedereen te bezichtigen. Na de sluiting van het museum ging de collectie in depot, maar op initiatief van een aantal Haagse kunstliefhebbers en met steun van sponsoren kon in 1990 Museum Bredius, nu aan de Lange Vijverberg 14, opnieuw zijn deuren openen.

Inmiddels is het restauratieprogramma bijna voltooid, zodat het grootste en beste deel van de collectie schilderijen aan het publiek getoond kan worden met de kleur en glans waarmee ze drie en vier eeuwen geleden de muren van de eerste eigenaars sierden. Door ook de meubelen en de kunstnijverheid van Bredius weer een plaats te geven, kon de huiselijke sfeer van het oorspronkelijke museum bewaard blijven.

Abraham Bredius

Abraham Bredius werd op 18 april 1855 in Amsterdam geboren. Hij was enig kind van Hendrika Hillegonda Brink (1814-1865) en Johannes Jacobus Bredius (1808-1894), die uit een rijk geslacht van buskruitfabrikanten stamde. Hoewel zijn vader wilde dat zijn zoon in de handel zou gaan, voelde Abraham Bredius zich meer tot de muziek aangetrokken. Toen bleek dat een carriere als concertpianist niet voor hem was weggelegd, mocht hij van zijn vader in 1878 als troost een reis door Italie maken. Daar veranderde zijn belangstelling voor beeldende kunst in een passie voor het leven.
Vanaf dat moment wijdde Bredius zich als een van de eerste Nederlanders aan de studie van Hollandse zeventiende-eeuwse schilderkunst. In binnen- en buitenlandse tijdschriften verschenen vervolgens zijn artikelen over schilders, musea en tentoonstellingen. Gretig bestudeerde Bredius jarenlang archivalia, hij combineerde degelijk bronnenonderzoek met stijlkritiek en legde hiermee de basis voor de kennis over vele grote en kleinere zeventiende-eeuwse meesters. Zijn ‘archiefsprokkelingen’ publiceerde Bredius voornamelijk in het tijdschrift Oud Holland. Daarnaast verscheen in de periode 1915-1922 zijn zevendelige Kunstler-inventare met een schat aan archivalische gegevens. De oeuvrecatalogi van zijn twee favoriete schilders, Jan Steen en Rembrandt, verschenen respectievelijk in 1927 en 1935.

Stichting Bredius Genootschap

Toen in 1985 de gemeente genoodzaakt was het Museum Bredius te sluiten, verenigden zich een aantal Haagse kunstliefhebbers om het museum nieuw leven in te blazen. Er was geld nodig om zaken op gang te brengen en er moest een nieuwe huisvesting komen. Een rondreis van de collectie door Amerika en Japan zorgde voor een belangrijk deel van de inkomsten. Met steun van sponsoren kon in 1990 het museum zijn deuren aan de Lange Vijverberg 14 in Den Haag openen.

De Stichting Bredius Genootschap werd in 1985 opgericht met als doel de verzameling van dr. Abraham Bredius voor het publiek toegankelijk te maken, de collectie te onderhouden en tentoonstellingen te organiseren. De stichting bestaat slechts uit een bestuur: er is geen betaalde conservator en geen directeur. Toch lukte het de stichting de afgelopen jaren het interieur van het museum te verfraaien, schilderijen en lijsten te restaureren en meer dan 15 tentoonstellingen te houden, al dan niet vergezeld van een publicatie. Zonder de financiele ondersteuning van sponsoren was dit niet mogelijk geweest. Het bestuur is hen dan ook zeer dankbaar.