
Aerts, Hendrick
Allegorie op de dood (?)
Allegorie op de dood (?)
Zelfportret met echtgenote Maria de Kinderen
De Varkensmarkt in Den Haag
Kermis
De Maas bij Dordrecht
Kind dat een kat voert
Kerkinterieur
Druiventros opgehangen in nis
Glas met vier tulpen
Soldatenscène
Boerenherberg
Herbergscène
Vrouw bij haar toilet
Landschap met vaartje
Landschap met vaartje
Landschap bij schaars licht
De zeven werken van barmhartigheid
Portret van een dame
Bergachtig landschap
Portret van Isaack le Petit
Pronkstilleven met kreeft
Riviergezicht met een molen en een kerkje
Vergezicht
Vanitas
Drinkende monnik
Gewapende overval
Drukte bij het bordes
Portret van een man
Jachtstilleven buiten
Perspectiefkast
Zelfportret met tulband
Rustende jongen
Tulpen in een aardewerk vaas
Dame met parelsnoer
Stilleven
Vaandrig
Koeien in de weide
Bacchusfeest
Portret van een jonge dame
Bergachtig landschap met herders
Portret van een dame
Schilder in zijn atelier
De Hofvijver in Den Haag
Dorp in de winter
Vrouw achter een toog
IJsvermaak buiten de stadswal
Vruchtenstilleven
Bloemstilleven met vogelnestje
De familie De Goyer en de schilder
Vruchten met glas wijn
Portret van Jan van Os
Kruisoprichting
Christus en buste
Vrouw in witte jurk en boeket tulpen
De pannekoekenbakster
Heer met hondje in een landschap
Jachtbuit van dode vogels
Stalinterieur met hoenders
Rustende ruiters in het bos
Musicerend gezelschap
Everjacht
Luitspeelster
Eenden aan een plas
Jongen met vogelkooi
Huwelijksnacht van Tobias en Sarah
Sater en de boer
Paar in slaapvertrek
De woede van Ahasverus
Tobias en de engel
Mozes slaat water uit de rots
Landschap
Bloemen in vaas
Portret van een dame
De provisiekamer
Stad in de winter
Portret van Dr. Abraham Bredius
Kluizenaars in landschap
Rederijkers
Consul Marcus Curius Dentatus verkiest rapen boven de geschenken der Samnieten
Stilleven
Hond met bot
Portret van een heer
Strand met schepen
Boerenhoeve
Weverswerkplaats
Berglandschap
Kermisscène
Ruitergevecht
Vrouw bij kaarslicht
Bosweide met vee
Boerenhoeve aan het water
Bordeelscène
Pelgrims
Episode uit een verhaal (?)
De heilige Hyacinthus
Jachtstilleven
Stalinterieur
Vanitas-stilleven
Rustende soldaten
Gewelddadige beroving
Verkondiging aan de herders
Aanbidding der herders
Pronkstilleven met hond en papegaai
Zuidelijk landschap
Portret van een dame
De melkvrouw
Landschap met stad in de achtergrond
Herberg
Een roker en een drinker
Paard in de stal
Dorp aan het water
Vesting op een berg
Jonge musicus
De heilige Sebastiaan
Manskop
Paulus op Malta door een adder gebeten
Berglandschap
Dode Vogels
Landweg met bomen
Vruchtenstilleven
Portret van een heer
Rivierlandschap met dorpskermis
Weitje met vee in het bos
Landschap met herders
Portret van een heer
Vruchtenstilleven
Geleerde in studeervertrek
Windmolen bij het water
Veldslag
Ruïne van kasteel Egmond
Portret van een heer
Wintergezicht
Bergachtig landschap
Jong paar
Boerenkermis
Interieur met wenteltrap
Portret van een schilder
Jagers en boeren bij een poort
Lachende jongeman
Rommelig interieur
De zilversmid
Dode vogels
Paar in nachtlandschap
Vee bij een bruggetje
Paardenmarkt
Verkondiging aan de herders
Oude man
Boerenerf
Het offer van Abraham
Nest honden
Paar bij avond
Dorp aan het water
Portret van een heer
De Emmausgangers
Herders bij een antieke ruïne
Hoeve in de duinen
Stilleven
De blinde speelman
Woelige zee
Zuidelijk landschap
Landschap met vaart
Landschap bij duister
Herder bij een ruïne in het bos
Italiaans landschap
Boerenherberg
Stier en schapen
Boomrijk landschap met voorde
Stormachtige zee
Bacchus vertroost Ariadne op Naxos
Visstilleven
Hoenderhof
Petrus bevrijd uit de gevangenis
Portret van een oude dame
Portret van een officier
Visstilleven
Gitaarspeler
Oude man bij een vanitasstilleven
De schoenlapper
Oude man en buste
Vruchtenstilleven
Rotsachtig landschap met zigeuners
Landweg langs het water
Berglandschap
Geplukte haan
De H. Petrus
Lachende man
Hoenders buiten
Aanbidding der herders
Beschonkenen buiten Voorschoten
De Oude Kerk te Amsterdam
Oud-testamentische voorstelling
De wagensmid
Drie soldaten in een herberg
Rivierlandschap
Landschap
Zomerlandschap
Stilleven
De liereman
Rustende Ruiter
Landschap
Jupiter en Antiope
De hondenkar
Landschap
Stilleven van dode vogels
Portret van een dode
Boerenhoeves in de duinen
Landschap met ruïnes
Eenden in een landschap
Gezelschap rond de tafel
Was Hendrick Aerts niet zo jong gestorven, dan zou hij de grootste architectuurschilder van zijn generatie zijn geworden. Nu kennen wij van hem alleen maar vier gesigneerde schilderijen.
Eén van die schilderijen moet ergens tussen 1860 en 1897 in tweeën zijn gesneden. Het rechter gedeelte werd in 1931 door Abraham Bredius verworven. Van het linker gedeelte was bijna een eeuw lang alleen maar een foto bekend.
Pas toen twintig jaar geleden Bernard Vermet onderzoek deed naar Hendrick Aerts, zag hij dat deze twee schilderijen bij elkaar moesten horen.
Samen vormen zij de Allegorie op de ouderdom en de dood. Er is zelfs een tegenhanger van dit stuk. Dat is de Allegorie op jeugd en de liefde uit het Rijksmuseum. Beide werken dateren uit 1602 en hebben dezelfde breedtemaat. Bovendien bevonden al deze schilderijen zich in de 19de eeuw in Zweden. Dat was bekend van zowel het Rijksmuseum stuk, als van het Bredius schilderij. Maar verrassend genoeg werd het ontbrekende deel aangekocht van een Zweedse familie, die het al generaties lang bezat.
Waarom het schilderij doormidden is gesneden staat nergens beschreven. Maar het antwoord laat zich raden. In de tijd van Aerts waardeerde men de symboliek van leven Roelant Saverij (ca. 1576-1639) en dood, maar in latere tijden vond men afbeeldingen van de dood niet aantrekkelijk. Het rechterdeel van het schilderij maakte het stuk eigenlijk onverkoopbaar. Beter dus om de oude man die door de dood naar zijn graf wordt gedragen eraf te snijden. Daardoor werd het linkerdeel veel beter verkoopbaar. Om de verhoudingen te laten kloppen, haalde men er van de bovenkant ook nog een stukje af. Nu had men een mooi aantrekkelijk schilderij. Overbleef het rechterdeel. Dat werd ook op maat gemaakt en apart verkocht.
De twee delen zijn opgehangen over de reconstructietekening die Bernard Vermet ooit maakte. Aan de zijkanten is goed te zien dat de omslagen van het doet ook nog beschilderd zijn. Ze zijn ook lichter van kleur omdat ze in de lijst zaten en niet zo vuil geworden zijn als de rest van het schilderij. Wanneer de omslagen weer zouden worden uitgelegd, ontbreekt er maar een heel klein strookje tussen de schilderijen. Boven en onder mist meer. Eigenlijk op dezelfde plaats als bij de Jan Steen.
Hendrick Aerts is uiterst zeldzame schilder. We kennen nauwelijks werk van hem, en over zijn leven is ook vrijwel niets bekend. Alleen dat hij is gestorven in Gdansk in 1603. De kwaliteit en stijl van zijn architectuurschilderijen duiden op een leertijd bij Paul Vredeman de Vries. Vermoedelijk werkte hij met hem in Gdansk en in Praag aan het hof van keizer Rudolf II.
Meer over dit schilderij in
Museum Bredius: Catalogus van de schilderijen en tekeningen
Zoom inDe portretschilder Jan de Baen leerde bij Jacob Backer in Amsterdam, maar werd pas bekend toen hij naar Den Haag verhuisde en snel populair werd in hofkringen. O.a. Johan Maurits van Nassau, de bouwer van het Mauritshuis, was een van zijn beschermheren. Dit stuk is waarschijnlijk een zelfportret met zijn echtgenote Maria de Kinderen. Het portretje in haar hand kan een gestorven dochtertje voorstellen, het kan ook een demonstratie zijn van De Baen’s vaardigheid in miniatuur schilderen.
Zoom inOlieverfschilderij van de varkensmarkt in Den Haag door Sybrand van Beest
Zoom inHet tafereel is gesitueerd in een havenstad, getuige de scheepsmasten op de achtergrond en de twee vreemdelingen (een Pool of Rus en een Levantijn) op de voorgrond.
Zoom inDit schilderij is een van de drie marines in de collectie van Abraham Bredius. (de andere twee zijn door Pieter Mulier en door een navolger van Jan Porcellis.) Aan de horizon is het profiel te zien van de stad Dordrecht met de imposante toren van zijn Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk. Op de Maas varen diverse schepen, waaronder rechts een spiegeljacht met aan boord belangrijke personen, en links een veerkaag die een veerdienst onderhield.
Het marinestuk is een bij uitstek Hollands genre, voor het eerst beoefend in bontgekleurde stukken uit het begin van de 17de eeuw door Hendrick Vroom. Daarna gebruikten Porcellis en De Vlieger vooral het monochroom van grijzen of bruinen voor hun ‘zeetjes’. Vanaf het midden van de eeuw werd weer meer kleur gebruikt. Bellevois werkte eerst ook monochroom, maar wordt in ons stuk uit 1663 ook weer veel kleuriger.
Het schip rechts komt precies zo op twee andere werken van hem voor. In de 17de eeuw was het technisch niet mogelijk om buiten te schilderen. De pigmenten werden in het atelier gemengd en waren moeilijk mee te nemen. Daarom werkte een schilder in zijn atelier naar schetsen die hij buiten had gemaakt of ontleende hij motieven aan andere kunstenaars of aan prenten. Een geslaagde vondst paste hij veelal herhaaldelijk toe
Zoom inEvenals Covijn een volgeling van Nicolaes Maes. Bisschop had enige bekendheid als schilder van trompe-l’oeil schilderijtjes, en humoristische genre stukjes zoals deze.
Zoom inDe figuren dragen 17e eeuwse kostuums. Het interieur kan zijn de ‘Hooglandse Kerk’ in Leiden of de ‘Jacobskerk’ in Den Haag.
Zoom inOp grond van de beschadigde, lastig leesbare signatuur werd dit uitzonderlijke stilleven tot voor kort toegeschreven aan de Haarlems- Amsterdamse stilleven schilder Barend van der Meer (1659-1692/1703). Accurate lezing van de signatuur en vergelijkingen op stilistische gronden tonen echter onomstotelijk aan dat dit stilleven een werk is van de Amsterdammer Pieter van den Bosch, op wiens schilderijen vruchten vaak een belangrijke rol spelen. De weergave van de druiven en de behandeling van het bladwerk, bijvoorbeeld, zijn volledig overeenkomstig met die van dergelijke motieven in duidelijk gesigneerde schilderijen van hem. Met deze toeschrijving is dit stilleven ook enkele decennia vroeger te dateren dan wanneer het een werk van Van der Meer zou zijn geweest. Er zijn gedateerde stillevens van Pieter van den Bosch bekend uit de jaren 1650 en dit schilderij ontstond vermoedelijk omstreeks het midden van dat decennium.
Pas in de laatste tientallen jaren is enige duidelijkheid ontstaan over het oeuvre en het leven van deze Pieter van den Bosch, die eerder ten dele werd verward met een in Leiden werkzame naamgenoot en ook vaak ten onrechte de voornaam Paulus kreeg toebedeeld. Na jaren in Amsterdam werkzaam te zijn geweest, vertrok hij naar Londen, waar hij in 1663 voor het laatst werd vermeld. Hij wordt voor het eerst genoemd in een contract dat hij in 1645 sloot met de verzamelaar en entrepreneur Marten Kretzer, aan wie hij toezegde gedurende lange dagen in loondienst elk gewenst onderwerp te zullen schilderen. We kennen hem tegenwoordig echter alleen als stilleven schilder en ook in een nog lofdicht uit 1650 op de verzameling van Kretzer komt hij als zodanig ter sprake. De dichter ervan, Lambert van den Bosch, schatte zijn werk echter – terecht – lager in dan dat van Jan Davidsz. de Heem. Niettemin is dit schilderij van een tros druiven voor een nis een bijzonder verdienstelijk werk. De schilder heeft de ruimtelijkheid van de hangende tros uitstekend getroffen en ook de textuur van de bladeren en die van de druiven zelf zijn overtuigend weergegeven, terwijl het koolwitje rechtsonder elk moment lijkt te kunnen opvliegen. Het schilderij houdt vanwege zijn compositie het midden tussen een regulier vruchtenstilleven en een zogenaamd trompe-l’oeil, een schilderij waarmee de schilder het oog van de toeschouwer wil bedriegen. Op het eerste gezicht denkt de beschouwer een tros druiven te zien die voor een werkelijk in de muur aanwezige nis hangt.
FRED G. MEIJER
Zoom inDe uit Antwerpen geïmmigreerde Bosschaert was de stamvader van een uitgebreide schilders familie, die zich specialiseerde in bloem- en fruitstukken. Hij was tevens bloemenkweker en kunsthandelaar. Zijn werk verraadt de invloed van de Vlaming Jan (‘fluwelen’) Brueghel. In dit stukje, simpeler dan die we van Brueghel kennen, gebuikt hij een donkere achtergrond die in Nederland populair was bij schilders. Dit soort stukjes werden in de 17e eeuw beschouwd als even kostbaar als juwelen, maar nog lang niet zo kostbaar als de tulpen zelf, op het hoogtepunt van de “tulpenmanie” rond 1630.
Zoom inOlieverfschilderij van soldatenscène door Leonaert Bramer
Zoom inOlieverfschilderij van een boerenherberg door Adriaen Brouwer
Zoom inOlieverfschilderij van een herbergscene door Willem Buytewech.
De jong gestorven Willem Buytewech, bijgenaamd “geestige Willem”, was één der scheppers van een nieuw onderwerp voor de Hollandse schilderkunst: het voornaam gekleed gezelschap in een interieur dat zich daar vermaakt met kaartspelen, roken en drinken. Op dit voorbeeld van ca. 1620 bevinden zij zich waarschijnlijk in een herberg. Voor en achter de tafel zitten twee rijk en modieus geklede jongemannen, waarvan de een rookt en de ander drink. Soms is gedacht dat de waardin achter de tafel haar rechterhand uitsteekt naar de beurs van de nar of zot en ook het “gebedenboek van de duivel”. De dikke speelman heeft een foedraal aan zijn zij hangen waarin hij vier fluiten kan opbergen. De combinatie van muziek maken, modieuze kleding, roken en drinken heeft een moralistische strekking. De oudere generatie, die tegen de Spanjaarden vocht en typisch in het zwart gekleed ging, keurde zulk gedrag ook sterk af. Het schilderij werd aan het begin van de 20e eeuw gevonden bij het slopen van een kast. Er was toen van de hand van Buytewech geen enkel schilderij bekend, alleen gesigneerde tekeningen en prenten. Op één van de prenten komt precies dezelfde tafel voor als op ons schilderij. Zo konden ons schilderij en enkele zeer verwante andere als Buytewech herkend worden. Helaas is op ons stuk aan de bovenkant dwars door de landkaart heen een stuk van het schilderij verdwenen. De kaart is er een van de Zeventien Nederlandse Provinciën met het westen boven. Op de randen van de kaart zijn historische figuren en types in plaatselijke klederdracht weergegeven.
Zoom inDit stuk door of naar Jacob van Campen wordt ook wel toegeschreven aan Paulus Bor. Van Campen was een in hoog aanzien staand bouwmeester (o.a. het raadhuis (nu het Paleis) op de Dam te Amsterdam, door Huygens en Vondel het ‘achtste wereldwonder’ genoemd) en was de leider van het Hollandse classicisme in de 17e eeuw. Dit is misschien een voorbeeld van het thema ‘vlooienvangster’, een jonge vrouw in nachtkleding die zich gedeeltelijk ontbloot om een vlo te vangen. De rozenkrans op haar schoot is echter een merkwaardig attribuut daarbij.
Zoom inOlieverfschilderij van een landschap met een vaartje door Anthonie Croos
Zoom inOlieverfschilderij met een landschap met een vaartje
Zoom inOlieverfschilderij met een landschap in schaars licht door Aelbert Cuyp.
Aelbert Cuyp is nooit in Italië geweest, maar toch wordt zijn meeste werk gekenmerkt door het stralende licht van de Italianisanten. Dat waren Nederlandse schilders, die naar Italië reisden en daar het Mediterrane licht, de klassieke architectuur en de Italiaanse manier van schilderen leerden kennen. Cuyps Nederlandse koeien, stadsgezichten en rivierlandschappen baden vaak in zo’n zuidelijk licht. Geheel in stijl van Abraham Bredius, die voorkeur had voor uitzonderingen in het oeuvre van schilders, is dit ‘landschap bij schaars licht’, ook wel ‘na een regenbui’ genoemd, één van de weinige donkere werken van Cuyp. Men zou het zijn ‘nocturne’ kunnen noemen.
Zoom inOlieverfschilderij met de zeven werken van barmhartigheid door Joost Cornelisz. Droochsloot.
Dit onderwerp was zeer populair in Holland. Gebaseerd op een tekst bij Mattheus in het Nieuwe Testament (25:34) is het vanaf de Middeleeuwen tot en met de zeventiende eeuw veelvuldig afgebeeld. De zeven werken die men volgens Jezus aan zijn naaste moet verrichten zijn: links (1), het spijzigen der hongerigen, en rechts (2), het laven der dorstigen; in de achtergrond van links naar rechts, (3) het begraven der doden; (4) het troosten der zieken; (5) het herbergen van reizigers; (6) het kleden der naakten, en (7) het loskopen van gevangenen. Dit paneel werd in 1644 geschilderd, maar Droochsloot had al in 1618 de zeven werken weergegeven, daarna opnieuw meermalen. Hij woonde zijn hele leven in Utrecht. Hij schilderde daar vooral historiestukken, dorpstaferelen en stadsgezichten.
Zoom inOver het leven van Willem Drost is weinig bekend, alleen dat hij vermoedelijk omstreeks 1630 geboren werd. Er zijn zeven gesigneerde werken van hem bewaard. Volgens Houbraken was hij omstreeks 1650 een leerling van Rembrandt. Daarna ontwikkelde hij zich als historie- en portretschilder. Tussen 1655 en 1660 verbleef hij in Rome en Venetië.
Ons portret uit 1653 toont duidelijk de invloed van Rembrandt in het sterke licht-donker contrast (clair obscur), de donkere achtergrond en het impasto (dik opgebrachte verf) bij de hand en de handschoen. Het gezicht en de muts zijn daarmee vergeleken veel fijner geschilderd.
De tegenhanger van dit stuk is een portret van een jongeman dat zich nu in het Metropolitan Museum in New York bevindt. Tot 1903 waren de twee stukken steeds bij elkaar gebleven. Toen zijn zij bij een veiling gescheiden. Op een tentoonstelling in 1993 hing het paar weer kort bijeen in Den Haag.
Wie de geportretteerden zijn, staat niet vast. Afgaand op een zekere gelijkenis van de jongeman met een geëtst zelfportret van Drost zouden het de schilder en zijn vrouw kunnen zijn. Een andere mogelijkheid is dat het paar behoort tot een adellijke Nederlandse familie, die de portretten vroeger lange tijd in bezit had.
Zoom inOlieverfschilderij van een bergachtig landschap door Mathieu Dubus
Zoom inOlieverfschilderij door Ottomar Elliger (I) met portret van Isaack le Petit
Zoom inOlieverfschilderij door Jasper Geerards van een pronkstilleven met kreeft.
Stillevenschilder Geerards was ingeschreven als leerling te Antwerpen in 1634/5, later als meester. In 1649 woonde hij te Amsterdam.
Dit schilderij is gerestaureerd in het Haags Gemeentemuseum van 1979-83. In plaats van de Delftse vaas en de sinaasappels die we nu zien, was er een 19e-eeuwse overschildering van een bruine baardmankan en een glas daarnaast. Ook het gordijn op de achtergrond en enkele voorwerpen welke nu door de rand van het schilderij worden afgesneden, werden zichtbaar door de restauratie. Dit maakt duidelijk dat het stuk vroeger groter was en is afgesneden, misschien om een beschadiging weg te werken.
Olieverfschilderij van een vanitas stilleven door Willem Claesz. Heda.
Dit schilderijtje uit 1628 is willicht de vroegste uitbeelding van rokersbenodigdheden en een der vroegste ‘monochrome’ schilderijen. Heda wordt vaak in één adem genoemd met Pieter Claesz., beiden Haarlemse meesters op het gebied van stillevenschilderen. Het meest bekend zijn ‘ontbijtjes’ en pronkstillevens. Met prachtige stofuitdrukking. Hier hebben wij een vanitas, een voorstelling die de ijdelheid van het aardse leven symboliseert. Op een gelijksoortig, anoniem stilleven staat een rijmpje dat hierop van toepassing zou kunnen zijn: Het glas is leegh. De tijd is om. De keers is uyt. De mens is stom.
Zoom inOlieverfschilderij van een drinkende monnik door Egbert van Heemskerck I
Zoom inOlieverfschilderij genaamd Drukte op het bordes door een anonieme schilder, mogelijk uit de 17de eeuwse Noordelijke Nederlanden
Zoom inOlieverfschilderij van een jongeman, mogelijk een zelfportret, door een anonieme Noord-Nederlandse schilder
Zoom inDit schilderij is ook wel (o.a. in onze catalogus) toegeschreven aan Jan Weenix. Beiden zijn leerlingen van de Utrechts schilder en Italië-reiziger Jan Baptist Weenix. Zijn schilderden vaak dieren of jachtbuit in een Italianiserend landschap en worden vaak tezamen genoemd als exponenten van de meer monumentaal decoratieve stijl stillevens van de tweede helft van de 17e eeuw, die meer aan de smaak van de rijke patriciërs voldeed. Deze zeer rijke burgers imiteerden de leefwijze van de adel en het jagen was van oudsher een belangrijk onderdeel daarvan. D’Hondecoeter is vooral bekend om zijn schilderijen van pluimvee. Waar echter zijn vader Gijsbrecht zich richtte op kippen en hanen, schilderde Melchior, typerend voor de gewijzigde positie van zijn genre, vooral zwanen, pauwen, kalkoenen en andere luxe park-en volièrevogels.
Zoom inDe perspectiefkast is een olieverfschilderij door een vervaardiger uit de omgeving van Samuel van Hoogstraten.
Dit type constructie was een Hollandse uitvinding van omstreeks 1655. Er zijn zes vergelijkbare perspectiefkasten bewaard gebleven. De beste is die van Samuel van Hoogstraten in de National Gallery te Londen. Onze kast, op een driehoekige plattegrond, lijkt op het eerste gezicht uit zes schots en scheef beschilderde plankjes te bestaan. Alleen vanuit één punt zien wij toch een overtuigend kamerinterieur. De transparante voorkant met het kijkgat op de plaats van dat punt is in 1978 toegevoegd. Oorspronkelijk had de kast waarschijnlijk een dichte voorkant met een kijkgat en daarboven een grotere opening om licht door te laten. De rijke theetafel op de voorgrond illustreert een nieuwe gewoonte die toentertijd in zwang raakte bij welgestelde families: het drinken van thee. Pas nadat een boek over thee in 1678 verscheen, werd die drank echt populair. In deze kast is waarschijnlijk de vroegste theetafel in de kunstgeschiedenis afgebeeld.
Zoom inOlieverfschilderij met een zelfportret met tulband door Samuel van Hoogstraeten.
Dit zelfportret schilderde Van Hoogstraeten in 1644 op 17-jarige leeftijd. Het doet sterk denken aan zijn leermeerster Rembrandt, vanwege het sterke clair-obscur, de brede toets en de rijke uitdossing. Door middel van de tulband met parels langs de rand en de bontkraag maakte Van Hoogstraeten van zichzelf een exotisch figuur, net zoals Rembrandt dat vaak deed. Van Hoogstraeten, geboren en gestorven in Dordrecht, was in de vroege jaren 1640 leerling van Rembrandt te Amsterdam. Daarna woonde en werkte hij ook in Wenen, Rome, Den Haag en Londen. Hij was niet alleen werkzaam als schilder, maar ook als schrijver over kunst. In 1678, het jaar van zijn dood, verscheen zijn ”Inleyding tot de Hooge Schoole der Schilderkunt”. Hij is ook bekend om zijn ”bedriegertjes” (trompe-l’oeil) en om zijn perspectiefkast in de National Gallery te London.
Zoom inOlieverfschilderij met een dame met een parelsnoer in een interieur
Zoom inOlieverfschilderij met een stilleven met witte drank kan, vuurpot en rookgerei door Janssen genaamd Elinga.
Dit schilderij uit het midden van de 17e eeuw is een zogenaamde “Toebackje”, een schilderij van rokers benodigdheden. Het gloeiende kooltje in het aardewerken vuurtestje dient om de pijp aan te steken. Het fraai bewerkte doosje bevat tabak. Het metalen stampertje dient om de tabak aan te drukken waarna ze met een strootje aangestoken wordt. Roken ging vaak hand in hand met drinken, vandaar de aardewerken kan. Onze “Vanitas” van Heda is het oudst bekende voorbeeld (1628) van zo’n “toebackje”.
Zoom inDeze zoon van de beeldhouwer en architect Hendrick de Keyser was schilder van portretten en historiestukken. Het ruiterportret was een specialisme van hem. Dit ongesigneerde stukje is nogal anders van kwaliteit dan zijn meest bekende werken, maar de verwantschap met een wel gesigneerd schilderij in het Städelsches Institus in Frankfurt maakt duidelijk dat het wel om een De Keyser gaat. Het kan als model gediend hebben voor een nog te schilderen groter stuk. De bijzondere handgesneden en vergulde lijst is 17e-eeuws van origine, waarschijnlijk wel de oorspronkelijke lijst.
Zoom inEen jonge schilder (de kleding is in de stijl van ±1640) is in zijn atelier bezig een zorgvuldig gearrangeerd tableau te schilderen. De attributen die hij daarbij gebruikt kenmerken dit als een vanitas-stilleven: de schedels, de uitgedoofde kaars, het horloge duiden op de eindigheid van het leven, de boeken op de eindigheid van alle kennis, de wereldkaart en het zwaard op de eindigheid van alle wereldse macht. Ook de muziekinstrumenten spelen een rol daarbij: een mensenleven is even kortdurend als de tonen die erdoor geproduceerd worden. De schilder die probeert het op een canvas te vangen, beeldt slechts de uiterlijke verschijningen af en niet de eeuwige essentie der dingen. Molenaer heeft goed rekening gehouden met het verschil in perspectief voor de schilder en voor de toeschouwer: de op het doek afgebeelde cello staat achter de tafel. De schedels links onder zijn pas na een restauratie in 2001 zichtbaar geworden. Zij waren overschilderd, vermoedelijk niet door Molenaer zelf. Tot voor kort (ook in de onze catalogus) stond het schilderij bekend als een Hendrik Pot. De nieuwe toeschrijving is van F. Meijer van het R.K.D.
Zoom inDe schilder woonde en werkte te Antwerpen, waar hij zeer productief was als schilder van fantastische landschappen met woeste bergen. Hiermee had hij veel invloed op de Nederlandse landschapsschilderkunst o.a. op Hercules Segers (en via deze, op Rembrandt). Het ‘dorp in de winter’ is een thema dat geïntroduceerd is door zijn stadgenoot Pieter Breughel de Oude. De brede penseelstreek en de warme bruine toon zijn typerend voor De Momper.
Zoom inUitgelicht: Aert van der Neer schilderde voornamelijk ‘maneschijntjes’, branden en ‘wintertjes’ zoals dit exemplaar. Hij was een van de kunstenaars die omstreeks 1655 het winterlandschap tot perfectie brachten. Ons schilderij dateert uit die tijd en geldt als één van zijn beste. Wij zien bedrijvigheid van kolfspelers, vissers bij een wak en schaatsers, maar de nadruk valt op de verstilde, winterse atmosfeer. In het weergeven hiervan is de in zijn eigen tijd onopgemerkte van der Neer een waar meester. Bredius erfde het stuk van zijn grootvader, die het kocht in 1810.
Zie voor aanvullende informatie: Museum Bredius: Catalogus van de schilderijen en tekeningen, A. Blankert, cat. 111, blz. 152
Zoom inDe vruchten en de bloemen zijn verbluffend natuurgetrouw geschilderd. Toch zijn zij op onnatuurlijk aandoende manier op een stenen piedestal gegroepeerd. De vruchten zijn zo gestapeld, dat zij wel haast van het piedestal af moeten glijden.
Zoom inSchilder van zeegezichten, maar vooral van verfijnd geschilderde bloemstukken. Dit schilderij is zeer natuurgetrouw geschilderd, maar op een zodanige manier gegroepeerd, dat het in werkelijkheid onmogelijk zo zou kunnen blijven liggen. De stelen van de bloemen kunnen nooit zo in de met putti versierde vaas passen. Voorbeeld voor de schilder was hier de academicus Jan van Huysum (1682 – 1749), Van Os gaat echter nog verder in dit 18e-eeuwse ‘manierisme’. Ook het heldere coloriet en de verfijnde uitvoering vinden we net zo terug bij van Huysum.
In 1770, het jaar waarin Van Os deze stukken vervaardigde, werd hij geportretteerd door Hendrik Pothoven.
Leerling van Frans Hals, in zijn jonge jaren beïnvloed door medeleerling Adriaen Brouwer in zijn uitbeeldingen van het ruige boerenleven. Later schildert hij wat rustiger taferelen en wordt wat meer een fijnschilder, zoals in dit groepsportret.
Dankzij archiefonderzoek door Bredius weten wij wie de personages zijn: zij behoren tot dezelfde kring van voorname katholieken als Ostade zelf. De zittende man links is Hendrick de Goyer, toendertijd rentmeester van Heemstede. Hij trouwde met Maria Questiers, rechts op de voorgrond. De dame met het papier in de hand moet haar zuster Catharina zijn. Deze was bekend in haar tijd: zij werd bezong-en door Huygens en Vondel, en maakte zelf ook gedichten en etsen. Rechts op de achterwand een schilderij van een zeer dikke dame, daarnaast portretten van Maurits en Frederik Hendrik.
Zoom inOmstreeks het jaar 1648 schilderde Rembrandt (en/of zijn atelier) een aantal malen Christus naar hetzelfde model, als buste of als half-figuur, misschien ter voorbereiding voor zijn beide ‘Emmaüsgangers’ van dat jaar (nu in het Louvre en in Kopenhagen). De geschiedenis van die Christuskopjes gaat terug tot Rembrandt zelf: de inventaris van Rembrandts bezittingen bij zijn boedelafstand in 1656 vermeldt drie maal een “Christus tronie (kop)” waarvan één “naar het leven” geschilderd, dwz. geschilders naar een levens model. In deze stukken gebruikte Rembrandt als eerste in de Europese schilderkunst een joods model voor de Heiland. Dit portretje, door Bredius in 1911 na veel moeite verworven, bracht in de eerste helft van de 20e eeuw veel critici in bijna religieuze vervoering, vooral door de zachtmoedigheid van de gelaatsuitdrukking. Eén commentator vond zelfs: “dit werkje maakt het bestaan van de Nazarener aannemelijk, en is daarom een van de kostbaarste monumenten van Christelijke kunst”. Tot 1973 gold het stuk dan ook als de beste van Rembrandts Christus-bustes en twijfelde niemand aan de authenticiteit. Sindsdien is soms gezegd dat het stuk mogelijk niet (geheel) eigenhandig is.
Zoom inBegin 1900 schilderde de Haagse kunstenaar Albert Roelofs dit portret van Elisabeth (ook wel Bep of Betty) Pop. Ze was tussen 1907 en 1921 getrouwd met de kunsthandelaar Tony Artz (1883-1941). Het echtpaar Artz en hun twee dochters woonden in dit pand, waar nu Museum Bredius gevestigd is. Op de begane grond was Tony’s kunsthandel Maison Artz gevestigd, die door zijn moeder was opgericht in 1893.
Al vanaf het ontstaan van Maison Artz waren Roelofs’ schilderijen en aquarellen daar te koop. In 1904 en 1911 werden door de kunsthandel twee solotentoonstellingen aan zijn werk gewijd. Toen waren ook respectievelijk een portret van Tony’s stiefvader door Roelofs te zien, en dit portret van Pop.
Het is een glamoureus portret. De hoofdrol is weggelegd voor de weelderige jurk die ze draagt. Roelofs schilderde vaker vrouwen in witte jurken met een bos bloemen. Meestal is het zijn echtgenote Tjieke, maar Roelofs schilderde ook portretten in opdracht. Het is niet bekend of dat bij dit portret van Bep ook het geval is.
Het huwelijk van Tony en Bep eindigde in 1921 in een echtscheiding. Ze hertrouwde met de Javaanse prins Raden Mas Jodjana. Vanaf dat moment ging ze door het leven als Raden Ayou Jodjana. Samen gaven ze les aan de toneelschool in Amsterdam en kregen twee kinderen: Bhima en Parvati. In Amsterdam leerde Bep – inmiddels actrice – halverwege de tweede helft van de twintigste eeuw onder meer Ramses Shaffey, Simon Vinkenoog en Henk van Ulsen kennen. In 1981 verscheen het door haar geschreven boek ‘A book of Self Re-education’.
Evelien de Visser
Geschonken in maart 2020 aan Stichting Steunfonds Museum Bredius door Martine Letts, kleindochter van Elisabeth Pop.
Zoom inVan Roestraten leerde bij Frans Hals en trouwde met diens dochter. Tegenwoordig is hij bij de liefhebbers bekend om zijn fraaie stillevens, die hij vooral tijdens een verblijf in Engeland maakte. De Pannekoekenbakster is een interieurstuk en daarmee uniek in zijn werk. Links staat het beslag klaar in een kom. Naast de bakkende vrouw in haar felrode jak staat een jongetje glimlachend op de pannenkoek te wachten. De bundel witte staafjes die links bovenaan de schoorsteen hangt, bestaat vermoedelijk uit kaarsen. De baby in zijn wieg kijkt ons met grote ogen aan. Zo trekt hij onze aandacht voor het gebeuren.
Zoom inSalomon van Ruysdael was de grote meester van het met hoge bomen omzoomde Nederlandse rivierlandschap. Bredius als verzamelaar had een voorliefde voor uitzonderingen in het oeuvre van Nederlandse schilders. Daarom kocht hij in 1909 dit stilleven van de landschapschilder. Er zijn van Ruysdael maar zeven stillevens bekend, alle met dode vogels en alle daterend uit de jaren 1659-62. Het neerdwarrelende veertje links is het enige detail dat nog op beweging duidt. Achter de vogels steekt de loop omhoog van het geweer waarmee zij zijn geschoten.
Zoom inSaftleven is op de bomen ingezoomd. Zij staan zo groot in het vlak, dat hun kruinen buiten het beeld vallen. Daardoor lijkt het alsof wij onszelf in het bos bevinden. Vroeger heette het stuk een ‘jachttafereel’. De geweren duiden er eerder op dat de mannen soldaten zijn. Zij zijn van hun paard afgestapt om in het bos te rusten. Op het zadel van de schimmel is een ruiterpistool (of het holster ervan) gebonden. Jachtbenodigdheden of jachtbuit ontbreken. Dit schilderij wordt vaak als het meesterwerk van de meester beschouwd.
Zoom inDeze kunstenaar was ingeschreven in het St. Lucasgilde te ‘s-Hertogenbosch. Hij is alleen bekend van enkele stillevens en van dit schilderij van hoge kwaliteit. Het lijkt duidelijk een groepsportret van twee echtparen met portretten van een ouderpaar aan de muur. Maar het familiewapen rechts onder voldoet aan geen enkele heraldische regel, en de afgebeelde schoorsteen hoort ook niet bij deze vier mensen. De schilder kopieerde hem precies naar de schoorsteen in een van de vertrekken van Amalia van Solms in Huis ten Bosch. Hij gebruikte daarvoor een prent uit een boek. Misschien is dit eerder een symbolisch bedoeld schilderij dan een echt familieportret: de dame rechts draagt de zwarte kleding van een weduwe. Dit past bij het verhaal, uitgebeeld op het schilderij op de schoorsteen: Venus die weent op haar zojuist gedode liefhebber Adonis. Zo’n ‘schilderij in een schilderij’ heeft vaak een toepasselijke betekenis.
Hier kan dat zijn: de trouw van een vrouw aan haar overleden echtgenoot. Daarbij passend is ook het hondje (symbool van trouw) op haar schoot. De lege stoel en de onbespeelde viola da gamba rechts kunnen haar niet-aanwezige echtgenoot representeren. Het samen muziek maken kan dan de nog voortdurende onderlinge harmonie illustreren.
Saverij woonde in Utrecht en Amsterdam, maar maakte dit stuk mogelijk tijdens zijn verblijf in Wenen of Praag. Het ‘oerbos’ en het reusachtige everzwijn herinneren aan Oost-Europese bergstreken. Het zwijn, met zijn vervaarlijke slagtanden, is aangevallen door vier jachthonden, waarvan hij er één vertrapt. Opzij staat de jager klaar met zijn speer. Hij lijkt eerder een boer dan een edelman. In ons land mochten alleen edelen jagen. Rechts in de achtergrond achtervolgt een tweede jager met zijn honden een hert. Ook hij houdt daarbij een speer vast en blaast intussen op zijn jachthoorn.
Zoom inDe schilder, leerling van Van Hoogstraten en Dou, was in zijn tijd zeer bekend en werkte o.a. voor Willem III te Londen. Het is niet uit te maken of deze lieftallige speelster geportretteerd is (zij vertoont enige gelijkenis met een portret van Schalcken’s echtgenote Françoise van Diemen), of een anoniem genrestukje passend in een traditie, die muziek makende vrouwen associeert met erotische liefde. Zij gunt de toeschouwer een blik in haar decolleté en lijkt hemt uit te nodigen op de lege stoel plaats te nemen.
Zoom inHet apocriefe boek Tobias is onderwerp van dit schilderij. Tobias was een goed en vroom man tijdens de joodse ballingschap in Assyrië, te Ninevé, die als een soort Job op de proef gesteld werd. Zo verloor hij niet alleen zijn bezittingen maar ook, toen hij een dode had begraven en van vermoeidheid op het kerkhof in slaap was gevallen, het gezichtsvermogen doordat een zwaluw zijn drek in zijn oog liet vallen.
Tobias had een zoon met dezelfde naam. Toen de vader dacht dat hij gauw zou sterven, stuurde hij de zoon erop uit naar Perzië om tien pond zilver die hij vroeger uitgeleend had, terug te vorderen. De jonge Tobias trok naar Perzië, samen met een reisgezel waarvan hij niet wist, dat het de aartsengel Rafaël was. Onderweg bij de Tigris vingen zij een gevaarlijke mensen-verslindende vis. Op aanraden van de engel bewaarde Tobias het hart, de gal en de lever van het ondier.
Zo kwamen zij bij de schuldenaar, een man uit Tobias’ eigen geslacht die een dochter had, voorbestemd om Tobias te huwen. Deze dochter Sarah had reeds zeven mannen gehuwd, die allen in de huwelijksnacht door een boze demon gedood waren.
Tobias trouwde met haar en bracht een angstige huwelijksnacht biddend door. Toen de demon verscheen legde hij een stukje van de lever van de vis op het vuur en Rafaël (zijn naam betekent ‘God geneest’) nam de demon gevangen en bracht die naar de Egyptische woestijn. Zo kwam alles goed, en bij terugkomst werd ook de oude Tobias genezen door het wonderbaarlijke geneesmiddel. Dit verhaal was al in de middeleeuwen zeer populair in ons land.
Dit werk illustreert een fabel van de Griekse schrijver Aesopus. Een boer ontmoet in het bos een sater en neemt hem mee naar huis. De sater ziet hoe de boer zich in de handen blaast om die te warmen, en dan over de soep blaast om die te koelen. Hij is dan zo onthutst over de inconsequentie van de mensen, dat hij terug het bos in vlucht, Dit was een geliefd verhaal in de 17e eeuw zowel bij schilder (Jordaens) als schrijvers (Vondel: Warande der dieren, 1617).
Jan Steen heeft meerdere versies van deze fabel geschilderd. Wat de mensen van die tijd waarschijnlijk aantrok, was de moraal van de dubbelzinnige mens: met dezelfde handeling wil hij twee tegengestelde doelen bereiken.
Steen toont zich hier zeer effectief in het uitbeelden van een kleine ruimte vol mensen, die toch compositorisch eenheid vormen. Door blikken en handgebaren richten de mensen zich tot elkaar. De hoofdfiguren staan bijna monumentaal groot in het vlak, wat ongewoon is voor Steen. De twee jongens rechts komen in meer werken van hem voor en zijn misschien zijn zoons.
Jan steen leerde, behalve bij Knfupfer, bij de landschapsschilder Jan van Goyen, wiens dochter Margriet hij huwde. Zij, en hun kinderen waren zijn leven lang favoriete modellen van Steen.
Hier kijkt een oude man met rode neus onder het hemd van een niet onwillige jonge vrouw. Op afbeeldingen van echtparen van ongelijke leeftijd is meestal zoiets als een geldbuidel te zien, die als verklaring moest dienen. Hier is dat niet het geval. Het is ook mogelijk dat het hier om een bordeelscène gaat: de rode kleding van de vrouw kan dat zeker suggereren. De pijp in de pot wijst ook daarop: ‘een pijpje uitkloppen’ is een oud eufemisme voor boordeelbezoek.
De fles drank en de rode neus duiden op onmatig drankgebruik; het vuurtestje, de sloffen en de kousen zijn te begrijpen als seksuele toespelingen.
De Nederlandse caravaggist Stom of Stomer werkte in Italië. Van zijn hand zijn meer dan 150 schilderijen bekend, dit is een van de weinige gesigneerde werken. Twee scènes uit het apocriefe Bijbelboek Tobit zijn uitgebeeld. Op de achtergrond tekst Tobias junior met behulp van zijn beschermengel Rafaël een gevaarlijke vis uit het water. Op de voorgrond braden ze deze boven het vuur, maar behouden de ingewanden. Deze komen later van pas om een boze geest te verdrijven, zoals uitgebeeld in het Jan Steen schilderij ‘de huwelijksnacht van Tobias en Sarah’.
Zoom inGeboren in Den Haag, maar vestigde zich in 1669 in Londen, waar hij veel opgang maakte. In datzelfde jaar produceerde hij dit schilderijtje. Het dagboek (van 1660-1669) van Samuel Pepys vermeldt, hoe de schrijver zeer onder de indruk was van een waterdruppel die op het schilderij van Verelst was weergegeven, zozeer dat hij telkens weer moest voelen met zijn vinger of zijn ogen hem bedrogen of niet.
Zoom inTypisch voor de collectie van Bredius, die altijd zocht naar uitzonderingen in het oeuvre van een kunstenaar, is dit stuk, het enige (bekende) geschilderde landschap van de Haarlemse zeeman en marineschilder Van Wieringen, leerling van Hendrick Vroom. Wel zijn landschapstekeningen en -etsen van hem bekend.
Zoom inOlieverfschilderij met “Consul Marcus Curius Dentatus verkiest rapen boven de geschenken der Samnieten” door Jacopo Amigoni.
Zoom inOlieverfschilderij van een stilleven met voedsel door Philips Angel
Het stuk draagt de signatuur ‘P Angel 16..’. Bredius zal het verworven hebben met het idee dat het gemaakt was door de Leidse schilder Philips Angel, die in 1642 een boekje De Lof der Schilder-konst publiceerde. Later bleek dat dit “Stilleven” waarschijnlijk geschilderd is door een andere, in Middelburg werkzame, Philips Angel. Het werd na 1640 geschilderd, maar is ‘ouderwets’ stijf van opzet. De wat houterige compositie lijkt bijna op die van een ‘naïeve’ schilder. De voorwerpen zijn onder verschillende hoeken gezien en lijken afzonderlijk belicht. Het heldere kleurgebruik kwam pas kortgeleden bij een restauratie aan het licht.
Zoom inOlieverf portret van een heer, geschilderd door Jacob Backer
Uit het opschrift blijkt dat het een portret is uit 1632 van een toen 66-jarige heer. Bredius kocht het in 1920 op een veiling in Amsterdam. Daar was het aangeboden als werk van een anoniem Vlaams meester. Bredius vond het erg Rembrandt-achtig en publiceerde het als een werk van diens leerling Ferdinand Bol. Die zou het volgens hem naar Rembrandt zelf gekopieerd hebben. Dat idee wordt niet meer aanvaard. Nu denkt men aan Jacob Backer. Die was uit Harlingen naar Amsterdam gekomen en woonde daar in dezelfde tijd als Rembrandt, die uit Leiden afkomstig was. Het stuk heeft een voorname soberheid.
Zoom inOlieverf schilderij van een “strand met schepen”, geschilderd door een anonieme schilder. Voorheen toegeschreven aan Ludolf Backhuizen
Zoom inOlieverf schilderij door Pieter Balten van een boerenhoeve
Zoom inOlieverf schilderij door Cornelis Beelt van een weverswerkplaats
Zoom inOlieverfschilderij met een berglandschap geschilderd door Abraham Blommaert
Zoom inOlieverfschilderij met een kermis geschilderd door Pieter de Bloot
Zoom inIn zijn catalogus van de collectie Bredius uit 1978 vermeldde Albert Blankert al dat dit schilderijtje vroeger – bij Bredius zelf – op naam stond van Gerard ter Borch II, maar dat Sturla Gudlaugsson het in zijn baanbrekende mono- grafie over die kunstenaar (uit 1960) uit diens oeuvre had verwijderd. Om onduidelijke redenen associeerde Gudlaugsson het schilderijtje van Bredius met werk van de Leidse fijnschilder Pieter Cornelisz. van Slingelandt (1640-1691) en (vermoedelijk vanwege het onderwerp) met tekeningen van Geertruydt Roghman (1625-1651/57). Blankert hield de naam Van Slingelandt aan, maar ging nog een stap verder en suggereerde dat het schilderijtje ‘even goed […] een latere, wellicht 18de eeuwse navolging’ kon zijn. Recente schoonmaak en restauratie toonden echter aan dat het hier zonder enige twijfel een zeventiende-eeuws werk betreft en ook werd de relatief hoge kwaliteit meer dan duidelijk. In weerwil van Gudlaugssons conclusies lijkt dit paneeltje toch in de directe omgeving van Gerard ter Borch II geplaatst te moeten worden. De afgebeelde vrouw vertoont een sterke gelijkenis met een model dat op diverse schilderijen van Ter Borch uit de jaren 1650 voorkomt, onder meer op De spinster van omstreeks 1653 uit de collectie Van der Vorm in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. De houding van de handen van Bredius’ Naaister doet sterk denken aan die van de jongen die een hond vlooit op een schilderij van Ter Borch in de Alte Pinakothek te München, dat omstreeks 1655 ontstond. De schilderwijze van Bredius’ paneel wijkt echter af van die van Ter Borch zelf, dus moeten we aannemen dat het schilderijtje van de hand is van een kunstenaar uit zijn directe omgeving.
Omstreeks het midden van de jaren 1650 was de later bijzonder succesvolle schilder Caspar Netscher in de leer bij Gerard ter Borch. Werk van Netscher uit die jaren is niet met zekerheid aan te wijzen, maar onder andere uit vroege portretten en genrestukken van zijn hand blijkt duidelijk de sterke invloed van zijn leer- meester. Een toeschrijving van Bredius’ Naaister aan Netscher kan vooralsnog niet meer dan hypothetisch zijn, maar niettemin straalt een schilderijtje als zijn Kantkloster uit 1662 in de Wallace Collection in Londen beslist een zelfde sfeer uit. Het heldere coloriet van dat schilderij contrasteert weliswaar als dag tegenover nacht met Bredius’ Naaister bij lamplicht, maar de serene aandacht voor het handwerk van beide vrouwen is volledig overeenkomstig. Daarbij zijn de weergave van de plooival van de dikke stof van hun mouwen en vooral die van hun vlezige handjes vrijwel identiek.
FRED G. MEIJER
Zoom inOlieverfschilderij van bosweide met vee door Anthonie van Borssom.
De gesigneerde “Bosweide met vee” is heel anders van opvatting en techniek. Met zijn prominente groep van koeien, schapen, een ezel en hond en een slapende herderin doet het stuk aan Paulus Potter denken.
Zoom inOlieverfschilderij met een boerenhoeve aan het water door Anthonie van Borssom.
Van Borssom is een van die vele ‘kleine’, onbekende Hollandse meesters die toch een hoog artistiek niveau bereikten. De “Boerenhoeve” gold als een ‘kapitaal schilderij’ van Cornelis Vroom, ‘geheel in de manier van Hobbema’. Bredius kocht het in 1892 en herkende er Van Borssoms hand in.
Zoom inOlieverfschilderij van een bordeelscène geschilderd door Andries Both
Zoom inOlieverfschilderij van een verhaal geschilderd door Leonaert Bramer
Zoom inOlieverfschilderij van sint Hyacinthus door Quiringh van Brekelenkam
Zoom inOlieverfschilderij met een jachtstilleven met vogels door J. Brouwer
Zoom inOlieverfschilderij van een stainterieur met boerin door Govert Camphuysen
Zoom inOlieverfschilderij met een Vanitas stilleven toegeschreven aan Jacques de Clauw
Zoom inOlieverfschilderij van rustende soldaten geschilderd door Daniël Cletscher
Zoom inOlieverfschilderij van een gewelddadige beroving door een anonieme schilder uit de omgeving van Pieter Codde
Zoom inOlieverfschilderij met verkondiging aan de herders door David Colijns
Zoom inOlieverfschilderij met de aanbidding van de herders door David Colijns
Zoom inOlieverfschilderij van een pronkstilleven met een hond en papegaai door David de Coninck
Zoom inOlieverfschilderij van een zuidelijk landschap door Pieter Cosijn
Zoom inOlieverfschilderij van een onbekende dame door Hendrick Coster
Zoom inOlieverfschilderij met een vrouw die geld geeft aan een melkmeid door Reinier Covyn
Zoom inCroos stond onder invloed van zijn buurman in Den Haag, Jan van Goyen.
De stad in de achtergrond zou Alkmaar kunnen zijn, waar van der Croos ook gewoond heeft.
Olieverfschilderij van een roker en een drinker door Abraham of Arent Diepraem
Zoom inOlieverfschilderij van een paard in een stal door Lambert Doomer
Zoom inOlieverfschilderij met een dorp aan het water door Cornelis Droochsloot
Zoom inOlieverfschilderij van de heilige Sebastiaan aan een boom gekluisterd, een kopie naar Anthony van Dyck
Zoom inOlieverfschilderij van een manskop in trant van Anthony van Dyck
Zoom inOlieverfschilderij van Paulus op Malta door een adder gebeten. Het is een kopie naar Gerbrand van den Eeckhout
Zoom inOlieverfschilder van een berglandschap met rivier door Jacob Esselens
Zoom inOlieverfschilderij van dode vogels door of in trant van Jan Fijt
Zoom inOlieverfschilderij van landweg met bomen door of naar Abraham Furnerius
Zoom inAl in 1909 stond dit vruchtenstilleven op naam van de obscure Amsterdamse schilder Jacques de Ville (ca. 1613-1672), van wie uit zeventiende- eeuwse bronnen bekend was dat hij stillevens schilderde. Het gold lang als enig overgelevend werk van die kunstenaar en sloot als zodanig uit- stekend aan bij Abraham Bredius’ fascinatie voor de ‘kleine’ meesters van de zeventiende eeuw.
De signatuur op het schilderij werd door Albert Blankert (in cat. 1978) getranscribeerd als ‘G.. lle F’ en hij vermeldde: ‘De auteur van cat. tent. Rotterdam 1909 las nog voluit: “J. de Ville F.”. Achteraf gezien, moet die weergave het resultaat van wishful thinking zijn geweest, en niet van goed lezen. De kalligrafie ervan sluit namelijk naadloos aan bij die van signaturen van de Antwerpenaar Hieronymus Galle I – die soms signeerde met ‘Gier. Galle’, of ‘Gieronimo Galle’ – en zeker na recente schoonmaak van het schilderij is hij ook duidelijk als zodanig leesbaar.
Echter, de verwarring is Bredius, noch eerdere auteurs nauwelijks kwalijk te nemen. Enerzijds zal de wens om een beeld te hebben van de kunst van Jacques de Ville hen niet heb- ben aangespoord naar een andere toeschrijving te zoeken, anderzijds is het oeuvre van de werkelijke schilder, Hieronymus Galle, weinig bekend en nogal divers. Slechts na herkenning van diens signatuur kunnen in zijn gevarieerde oeuvre wel degelijk parallellen worden aangewezen met Bredius’ stilleven. Wel zijn de meeste van de weinige vruchtenstillevens die we kennen van Galle vooral geïnspireerd door voorbeelden die hij gedurende zijn reis naar Italië zag, omstreeks 1660. Het schilderij in Museum Bredius heeft duidelijk een meer noordelijk karakter dan die schilderijen en ontstond hoogstwaarschijnlijk vóór die reis. Overigens lijkt het ook een experiment van de kunstenaar te zijn geweest, te midden van zijn overige stillevens waarop vooral bloemen de hoofdrol opeisen.
FRED G. MEIJER
Zoom inOlieverfschilderij in trant van El Greco, portret van een heer
Zoom inOlieverfschilderij van een rivierlandschap met dorpskermis door Jan Griffier (I)
Zoom inOlieverfschilderij van een weitje met vee in het bos dooor Joris van der Haagen
Zoom inOlieverfschilderij van een landschap met herders door Jan Hackaert
Zoom inOlieverfschilderij, portret van een heer, door Frans Hals II
Zoom inOlieverfschilderij met een fruitstilleven in de trant van Jan Davidsz. de Heem
Zoom inOlieverfschilderij van een geleerde in zijn studeervertrek door Hendrick de Heerschop
Zoom inOlieverfschilderij met een veldslag door Robert van der Hoecke
Zoom inOlieverfschilderij van een interieur met wenteltrap door Pieter de Hooch
Zoom inOp zijn “Emmausgangers” is te zien hoe de twee discipelen Jezus na zijn opstanding tegenkomen. Zij herkennen hem niet, maar raken wel met hem in gesprek. Nu dringen zij aan met hem in het dorp Emmaus te overnachten. Het is al avond: vandaar de lange schaduwen. Later, bij de maaltijd, maakt Jezus zich bekend. Andere kunstenaars beeldden uit het verhaal altijd die maaltijdscene af.
Zoom inMoeyaerts werk heeft vaak een Italiaans aandoende sfeer. Op zijn “Herders” zitten de herders bij een tempel die er uit ziet als een Romeinse ruïne. Er is geen bewijs dat Moeyaert zelf in Italië is geweest. Hij kan heel goed prenten als voorbeeld gebruikt hebben naar werk van Paul Bril. Deze woonde wèl tientallen jaren in Rome. Bij Bril zijn zulke herders met vee vaak het onderwerp. Bij Moeyaert luistert de ene herder, met zijn herdersstaf in de hand, naar een doedelzakspeler. Er is geen verhaal te herkennen. Daarmee is het stuk uniek in Moeyaerts werk. Hij was ‘historieschilder’, in de eerste plaats van Bijbelse verhalen.
Zoom inMeer over dit schilderij in
Museum Bredius: Catalogus van de schilderijen en tekeningen
Olieverfschilderij met vruchtenstilleven door Aniello Ascione
Zoom inHet stuk lijkt met zijn onwerkelijke berg- en wolkenformaties sterk op de etsen van Segers. Die experimenteerde met vervormingen van de natuur, zoals die na hem pas in de moderne kunst gewoon zouden worden. Op het schilderij lijken de bergkammen op vlammen. In 1678 schreef Samuel van Hoogstraten over Segers dat hij was: ‘als zwanger van geheele provinsien, die hij met onmetelijke ruimtens baerde’. Dat lijkt ook van toepassing op dit ‘onmetelijk’ diepe landschap, waarin de wandelaar, links op de voorgrond, de enige menselijke figuur is.
Het schilderij stond bekend als een topstuk van Segers. Maar in recente tijd is erop gewezen dat zijn gesigneerde schilderijen toch anders van karakter zijn. Nu wordt gedacht dat een 17de-eeuwse bewonderaar van Segers’ etsen ons stuk maakte. Van diezelfde hand zijn ook enkele andere schilderijen bekend. Segers verkocht heel slecht, maar hij had wel al vroeg enkele bewonderaars. Een van die bewonderaars was Rembrandt.
Zoom inHollandse 17de eeuwse stillevens zijn meestal opgebouwd uit duidelijke diagonale lijnen. Op dit stuk echter staan drie peren en een glas rechtop naast elkaar. Een vierde peer ligt strikt horizontaal, met in zijn verlengde het lijf van een libelle. Diagonalen vallen pas op als men zich een driehoek, met de tafelrand als basis, om al deze voorwerpen heen denkt. Die driehoek vindt, zeer geraffineerd, zijn echo in de twee peren links, die scheef tegen elkaar rusten.
Zoom in