Collectie

Paar flessen met stop. De stop is verlijmd

Kan van blauwe-wit porselein met tuit

Achtkantige porseleinen schotel

Blauw-wit porseleinen kan

Kom van blauw-wit porselein met voorstellingen

Twee vazen van porselein met twee handgrepen.

Achtkantig porsleinen schotel

Fles zonder stop

Kan van blauw-wit porselein met deksel

Dit hoge model kopje met wijde mondrand staat bekend als koffiekop. Het decor bestaat uit de ‘honderd antiquiteiten’.

Een balustervormige pot op spreidende voet, met wijde mondrand en een hoog gewelfde deksel met puntige knop. Aan weerszijde een hoog gebogen handvat met drakenkop op het bovenstuk. Versierd in onderglazuur blauw met lotusbloemen, bloemtakken en twee puntige, geschulpte medaillons, beschilderd met boeken, rollen en twee elkaar overlappende, waaiervormige vakken. Op het deksel een band met lambrequins gevuld met een rolschildering en een weiqi-bord, met daartussen bloemtakjes. Op de voet een band met gestreepte driehoeken.Dit zeldzame stuk schijnt slechts korte tijd exclusief voor de Nederlandse markt te zijn vervaardigd naar een westers model, vermoedelijk van Delfts aardewerk. De enkele exemplaren die bekend zijn, onder andere een paar in het Rijksmuseum te Amsterdam, hebben meestal dezelfde versiering. Een uitzondering is het exemplaar in het keramiekmuseum Duca di Martina in Napels. In de verzameling Oosters porselein van de Jan Menze van Diepen Stichting (Fraeylemaborg, Slochteren) is een zilveren kraantje in Lodewijk XV-stijl aangebracht, waardoor deze pot de functie van fonteinpot kreeg.

Wijnpot met deksel van blauw-wit porselein

Theepot van porselein met deksel

De enigszins inzwenkende, cilindrisch gevormde potjes hebben twee hoekige oren en een platte deksel met een standring, zodat de deksels ook als onderschotel dienst kunnen doen. De decoratie op de wand van de kom en op het plat van het deksel bestaat uit pioenrozen op rotspunten. Vermoedelijk was dit type dekselpot in gebruik als suikerpot.

Decor in blauw van vakken met afwisselend een man te paard en een landschap.

Decor in blauw met florale motieven.

Een cilindrische pot met een gewelfde, afgeplatte deksel en een ui-vormige knop. De pot en het deksel zijn versierd met ruitvormige patronen gevuld met geometrische motieven, zogenaamd ‘servetwerk’, waartussen enkele takjes in de uitsparingtechniek. Dergelijke dekselpotten werden vermoedelijk speciaal vervaardigd voor de Franse markt. Er bestaan exemplaren die zijn voorzien van verguld bronzen of zilveren monturen uit de vroege achttiende eeuw.

De balustervormige kannen zijn voorzien van een vol blauw decor van bloemmotieven en arabesken en hebben een C-vormig oor. Dit model gaat terug op een model afkomstig uit het Westerwald, dat later in Delft en op vele andee plaatsen is nagevolgd.

De vormgeving van deze kannetjes is ontleend aan die van koperen kannen uit het Midden-Oosten en India. Het lange handvat en de tuit gaan terug op Perzische voorbeelden. Wellicht werd dit type kannetje, dat doorgaans in paren wordt aangetroffen en ook in famille verte-decor bekend is, vervaardigd voor de Perzische markt. Vanwege de boeddhistische decoratiemotieven is het echter aannemelijker dat dit stuk voor de Indiase markt was bestemd. In Perzië werd het boeddhisme namelijk niet aangehangen. De kannetjes zijn meerhoekig afgeplat en hebben een peervormig lichaam, staande op een zeskantige voet. In het midden bevinden zich medaillons in reliëf, gedecoreerd met een lotusbloemmotief tegen een blauwe achtergrond met bloemen en twijgjes. De handvatten en tuiten zijn voorzien van wolkenmotieven.

Een kaststel bestaande uit drie ei-vormige dekselvaasjes en twee bekervazen, zogenaamde cornets, die oorspronkelijk ook platte deksels hebben gehad, maar die thans ontbreken. Het decor langs de boven- en onderrand van zowel de dekselvazen als de bekers bestaat uit lambrequins of ‘Franse punten’. Op het vlak is hier en daar een klein boeketje aangebracht.

Balustervormig kannetje met oor. Op de buik boogvormige compartimenten waarin afwisselend lange lijzen en bloempotten op taboeretten. Op de hals een florale decoratie. Het scharnierende dekseltje ontbreekt.

Het vlak van de cilindrische potten is gedecoreerd met de zogenaamde ‘honderd antiquiteiten’, ook wel ‘kostbaarheden’ genoemd.

Een cilindrische pot met een verfijnd decor van in medaillons gevatte stillevens, bestaande uit de zogenaamde ‘honderd antiquiteiten’, die worden omgeven door arabesken en florale motieven. Mogelijk was dit soort pot in gebruik als suikerpot.

Een balustervormige theebus, voorzien van een blauw decor van Lange Lijzen in een parkachtige omgeving met een theeboom. Op het dekseltje, dat als theemaatje fungeert, is het voor de Kangxi periode kenmerkende decor van het dansende zotje aangebracht.

Balustervormig potje, waarvan het deksel ontbreekt.

Een bolvormig potje met een platte deksel, versierd met een figuratieve voorstelling in onderglazuur blauw.

Balustervormig flesje met een door een horizontale ribbel versierde mondrand. Het vlak is versierd met een gestileerd floraal decor.

Balustervormig flesje versierd met de ‘honderd antiquiteiten’. De hals zal oorspronkelijk langer zijn geweest.

Flesjes met een verfijnd decor van een leeuw in blauw.

Een zogenaamde bussepot met blauw decor van medaillons met ‘honderd antiquiteiten’ en waaiervormige motieven, omgeven door arabesken en florale patronen. Het deksel is gedecoreerd met lambrequins.

Set van drie dekselpotten. Een eivormige pot met deksel, beide voorzien van een geribd oppervlak met op de bolling een medaillon waarin bloemtakken in onderglazuur blauw. Langs de boven- en onderrand een gestileerd bloempatroon in de uitsparingtechniek. De gebroken deksel is gekramd: een oude restauratietechniek, die vooral in de jaren 1800-1860 werd uitgevoerd door rondtrekkende lieden, veelal Italianen (voor deze wijze van restaureren, zie: I. Garachon, ‘Old repars of China and glass’, The Rijkmuseum Bulletin 58 [2010], pp. 35-55).

Flesje met een beschildering in onderglazuur blauw. .Op de buik zijn boogvormige compartimenten lijzen en dansende zotjes afgebeeld. Aan weerszijden van de hals bevindt zich een kop van een fabeldier in biscuit, waardoor een ring hangt. De vergulding is nog deels aanwezig. Vgl. B. Jansen, Chinese ceramiek. Haags Gemeentemuseum, Lochem 1976, p. 109, nrs. 233 en 234, met afb.

De drie flessen, waarvan twee een paar vormen, zijn peervormig met op de buik een landschap in blauw. Op de voorgrond twee converserende geleerden bij een rotsachtige oever en gebergte op de achtergrond. Tevens rotsachtige oeverlandschappen met enkele huizen en paviljoens tussen de bomen. De weergave van twee converserende geleerden in een landschap was een geliefd thema tijdens de Kangxi periode, evenals de geneugten van het landleven. De schilder heeft op verfijnde wijze de contouren van de puntfles gebruikt om de voorstelling uit te beelden. De vrije schilderstrant is verwant aan die van de overgangsperiode (1620-1683).

Theekopjes met gelobde wanden en geschulpte randen, van het lage model zonder oor. Alle voorzien van een verfijnd aangebracht floraal decor met vogeltjes. Het vlak van de schotels is versierd met bloesembomen, omgeven door een rand van florale motieven.

Flesje met een beschildering in onderglazuur blauw. .Op de buik zijn boogvormige compartimenten lijzen en dansende zotjes afgebeeld. Aan weerszijden van de hals bevindt zich een kop van een fabeldier in biscuit, waardoor een ring hangt. De vergulding is nog deels aanwezig. Vgl. B. Jansen, Chinese ceramiek. Haags Gemeentemuseum, Lochem 1976, p. 109, nrs. 233 en 234, met afb.

Een stel kalebasvormige flessen op verhoogde voetring met een bolvormig lichaam. De smalle hals heeft twee bolle uitstulpingen en een verwijdende mondrand. Op het bolle gedeelte is een decor van de ‘kostbaarheden’ in blauw onderglazuur aangebracht. De halzen zijn gedecoreerd met puntige bananenbladeren.

Cilindrische dekselvaasjes op een verjongende voet en met een smalle hals waarop een hulsvormig dekseltje (één dekseltje ontbreekt). Versierd in onderglazuur blauw met een vakkenpatroon en een decor van Lange Lijzen, afgewisseld door bladtakjes.

Een cilindrisch vaasje met een nauwe hals en een wijde platte mondrand, dat bekend staat onder de aloude benaming ‘rolwagen’. De wand van het vaasje is versierd met Lange Lijzen.

Een tonnetje op een voetring met verzonken bodem. De bovenzijde is verdiept met in het midden een kort, cilindrisch tuitje. Het voorwerp is versierd in onderglazuur blauw met een patroon van grote chrysanten en bladtakken. Onder en boven zijn drie banden aangebracht met pauwenveermotief, spiralen en gestreepte driehoeken. De functie van dit voorwerp, typisch voor een Nederlandse verzameling, is onduidelijk. Algemeen wordt aangenomen dat het een jenevervaatje is, maar het kan ook, gevuld met heet water, als handwarmer hebben gediend. Beide functies zijn verenigbaar met de vorm en gaan uit van een vloeistof als inhoud. Voor een dergelijk gebruik moest het tonnetje met behulp van een trechter door het nauwe tuitje worden gevuld. Vrijwel alle bekende exemplaren hebben dezelfde decoratie en zijn waarschijnlijk gedurende een korte periode vervaardigd. De vorm is ontleend aan een voorbeeld, uitgevoerd in hout; de drie banden onder en boven zouden de ‘duigens’ (banden) van het houten voorbeeld kunnen imiteren. Vgl. C.J.A. Jörg, Jan Menze van Diepen Stichting. A Selection from the Collection of Oriental Ceremics | Een selectie uit de collectie Oosterse keramiek, Slochteren 2002, p.131, nr. 89, met afb.

De theepotjes hebben een enigzins tonvormig model met een plat dekseltje en een C-vormig oor. De velden aan weerszijden van de tuit en het oor zijn omgeven door een kader waarin een stilleven van boeken, wierookbranders en andere voorwerpen staat. Op het rozet gevormd uit ju-i motieven, een kylin fungeert als dekselknop. Vgl. B. Jansen, Chinese ceramiek. Haags Gemeentemuseum, Lochem 1976, p. 117, nr. 258, met afb.

Koppen van een vrij weinig voorkomend hoog model, dat werd gebruikt voor het drinken van koffie of chocolade.

De kom is gedecoreerd in onderglazuur blauw. De wanden vertonen een verhalende voorstelling van Lange Lijzen, zotjes en onsterfelijken. Aan de bovenkant aan de binnenzijde is een brede servetwerkrand in blauw aangebracht. In de catalogus staat de kom vernoemd als onderdeel van een set met OCVO41-1946 en OCVO-42-1946.

De kom is gedecoreerd in onderglazuur blauw. De wanden vertonen een verhalende voorstelling van Lange Lijzen, zotjes en onsterfelijken. Aan de bovenkant aan de binnenzijde is een brede servetwerkrand in blauw aangebracht. In de catalogus staat de kom vernoemd als onderdeel van een set met OCVO-42-1946 en OCVO-46-1946.

De kom is gedecoreerd in onderglazuur blauw. De wanden vertonen een verhalende voorstelling van Lange Lijzen, zotjes en onsterfelijken. Aan de bovenkant aan de binnenzijde is een brede servetwerkrand in blauw aangebracht. In de catalogus staat de kom vernoemd als onderdeel van een set met OCVO41-1946 en OCVO-46-1946.

De kom heeft een blauw decor van florale motieven.

De S-vormige wand van deze kom is versierd met een doorlopend patroon van bloemslingers in onderglazuur blauw.

De kom heeft een spreidende wand en een platte omgeslagen mondrand en is versierd in onderglazuur blauw met een voorstelling van een muur, hekwerken en florale patronen. Op de bodem van de kom een pagode. De kom was gebroken en daarna gekramd (zie cat.nr. 24), maar de krammen zijn later verwijderd. Deze kom staat in de catalogus vermeld onder object nummer OCVO-351-1946.

Schalen met gelobde, gewelfde wand en een bruin geglazuurde rand. Het decor in het vlak bestaat uit bloemtakken, terwijl de rand is vol geschilderd met florale motieven.

Borden met een blauw decor in het vlak van bloesemende bomen met vogels. De gewelfde wand vertoont tien radiaal gestelde, aaneengesloten compartimenten met bloemtakken. De zwikken zijn gevuld met gearceerde patronen, doorgaans ‘servetwerk’ genoemd.

Schalen met een blauw decor van krijgers te paard in een landschap. Op de rand een zestal compartimenten met wederom scènes van krijgers te paard, vaandeldragers e.d., afgewisseld door velden met ju-ti patronen.

Borden voorzien van een blauw decor. Het vlak is beschilderd met bomen en struiken, terwijl de rand is versierd met kleine blad-en bloempatronen. Dit decor staat doorgaans bekend als ‘peterseliedecor’.

Borden met gewelfde rand in acht vakken, gescheiden door S-vormige lijnen in reliëf, waarin het decor van het vlak zich herhaalt, maar waarin ook pijnbomen voorkomen. Het vlak is gedecoreerd met een phoenix-motief, omgeven door florale patronen.

Langgerekt peervormig flesje met wijde mondrand. Aan weerszijden van de hals bevindt zich een kop van een fabeldier waardoor een ring hangt, uitgevoerd in biscuit. De vergulding is nog ten dele aanwezig. In reliëf is op de buik in spitsboogvormige compartimenten een versiering aangebracht, in onderglazuur blauw, van florale motieven. Op de schouder twee bloeiende takken.

Paar porseleinen vaasjes, China, 1662-1722

Kopjes met een blauw decor, dat bekend staat als de ‘antiquiteiten’.

Het model van het kopje met wijde mondrand zonder oor staat bekend als theekop. Het decor van zowel het kopje als schoteltje bestaat uit een geometrisch patroon, omgeven door florale motiefjes. De binnenzijden laten een geliefd achttiende-eeuws patroon zien dat bekend staat als ‘krab en baarsje’.

Porseleinen vaasje

Een stel lage dekselkommen, elk voorzien van twee oren en een platte deksel met een uivormige dekselknop. De wanden van de kommen zijn versierd met een band van gestileerde bloemen.

De kopjes zijn van het type laag model met wijde mondrand zonder oor, dat doorgaans als theekopje wordt aangemerkt. De buitenwand van de koppen en het vlak van de schotels bestaan uit een blauw onderglazuur decor van de ‘kostbaarheden’, omgeven door banden van bloemmotieven.

Borden met een geschulpte rand en blauw decor van een centraal bloemmotief in het vlak, omgeven door vier boeketten in de rand, opgevuld met zogenaamde strooibloempjes. Een van de borden was gebroken en is gekramd (zie cat. nr. 24). Deze set platte borden heeft vermoedelijk deel uitgemaakt van een eetservies.

Kopjes zonder oor, voorzien van een floraal decor van visjes in zogenaamd peterseliepatroon.

Het bord van het type klapmuts heeft een enigzins diepe kom met een platte rand. De interessante, florale voorstelling bestaat ondermeer uit asters.

Een vrouw met een gieter. De tuit van de gieter is afgebroken. Naar een model van een onbekende modelleur.

Een paar bestaande uit een meisje en een jongen, beiden met een lammetje onder de armen. Naar een model van een onbekende modelleur (vroeger toegeschreven aan Adam Bauer).

Een Fischerin, een vrouw met twee vissen in haar schoot, en naast zich een fuik. Naar een model van Johann Christian Friedrich Beyer.

Een Gärtnerin, een tuinster, leunend tegen een vaas met vruchten, met een schop naast zich en een mand met bloemen in de rechter arm. De linkerhand is afgebroken en gelijmd. De bloemen in de mand zijn grotendeels afgebroken. Naar een model van Johann Christian Friedrich Beyer.

Een Falkner, een valkenier met een valk op de rechter hand, wel opgevat als een allegorie van de Lucht. Twee vingers van de linkerhand zijn afgebroken. Naar een model van Pierre François Lejeune. De hoed en de vingers zijn beschadigd.

Een kaststel bestaande uit vijf vazen: een centrale balustervormig dekselvaas, een paar balustervormige dekselvazen van een ander model en twee kratervormige bekervazen met een spreidende mondrand. Alle voorzien van een decor met Indianische Blumen, uitgevoerd in oranjerood, groen, blauw en goud.

Een set bestaande uit een cabaret (presenteerblaadje) met vijf (oorspronkelijk zes) kopjes. Het model van het kopje bestaat uit vier lobben met een C-vorming oor. Het cabaret is eveneens vierpasvormig gelobd met twee openstaande handgrepen. een van de handgrepen is afgebroken en gelijmd. Likeursets komen voor het eerst voor in 1739; zij werden aangewend bij het drinken van koffie.

Een paar van twee jongens, respectievelijk links- en rechtskijkend, beiden met een wingerdblad op het hoofd. Naar een model van Johann Joachim Kaendler en Friedrich Elias Meyer. Er bestaat ook een vrouwelijke variant, maar die komt minder vaak voor. Deze figuren worden voor het eerst aangetroffen in de inventaris van de Hofkonditorei in Warschau.

Een paar bestaande uit een Gärtnerin en een Gärtner: het meisje met een gieter en een mand bloemen, en de jongen met een schop en een pot met een plant. De tuit van de gieter is afgebroken.

Een paar bestaande uit een meisje met een poes in haar armen en een jongen met een opspringende hond.

Een paar bestaande uit een fluitspelende herder met een hond, en een herderin met een bloemenkrans en een lammetje. De fluit en de vingers van de linkerhand van de herder zijn afgebroken.

Japan, 1700-1749, Porseleinen kan met vogeldecoratie

Wit-blauwporseleinen kan met deksel

Porseleinen beeld van een vis in de golven

Twee Japanse kommen met meerkleurige beschildering en een geschulpte rand

Het kaststel bestaat uit een balustervormige vaas met een hoog gewelfde deksel en met een leeuw in biscuit als handgreep, een een paar trompetvormige bekervazen. Zij zijn bont versierd met medaillons, waarin landschappen met onder andere pijnbomen. De kleuren donker bruin, rood en groen domineren. Vermoedelijk is dit oorspronkelijk een vijfdelig stel geweest, wat betekent dat twee balustervormige dekselvazen ontbreken.

Het kaststel bestaat uit drie balustervormige dekselvazen en twee zogenaamde ‘cornets’. Alle delen zijn versierd met vazen met bloemboeketten in het typerende Imari-palet van krachtig onderglazuur blauw, ijzerrood en goud.

Onderdeel van het kaststel bestaat uit drie balustervormige dekselvazen en twee bekers. Alle zijn voorzien van een decor van figuren in een parkachtige omgeving. In de Imari-kleuren donkerblauw, ijzerrood en goud.

Het kaststel bestaat uit twee balustervormige dekselvaasjes en twee bekervaasjes. Alle zijn voorzien van een bloemdecor in typisch Imari-palet, onderglazuur blauw, ijzerrood en goud.