Roelofs, Otto Willem Albertus
Vrouw in witte jurk en boeket tulpen
Begin 1900 schilderde de Haagse kunstenaar Albert Roelofs dit portret van Elisabeth (ook wel Bep of Betty) Pop. Ze was tussen 1907 en 1921 getrouwd met de kunsthandelaar Tony Artz (1883-1941). Het echtpaar Artz en hun twee dochters woonden in dit pand, waar nu Museum Bredius gevestigd is. Op de begane grond was Tony’s kunsthandel Maison Artz gevestigd, die door zijn moeder was opgericht in 1893.
Al vanaf het ontstaan van Maison Artz waren Roelofs’ schilderijen en aquarellen daar te koop. In 1904 en 1911 werden door de kunsthandel twee solotentoonstellingen aan zijn werk gewijd. Toen waren ook respectievelijk een portret van Tony’s stiefvader door Roelofs te zien, en dit portret van Pop.
Het is een glamoureus portret. De hoofdrol is weggelegd voor de weelderige jurk die ze draagt. Roelofs schilderde vaker vrouwen in witte jurken met een bos bloemen. Meestal is het zijn echtgenote Tjieke, maar Roelofs schilderde ook portretten in opdracht. Het is niet bekend of dat bij dit portret van Bep ook het geval is.
Het huwelijk van Tony en Bep eindigde in 1921 in een echtscheiding. Ze hertrouwde met de Javaanse prins Raden Mas Jodjana. Vanaf dat moment ging ze door het leven als Raden Ayou Jodjana. Samen gaven ze les aan de toneelschool in Amsterdam en kregen twee kinderen: Bhima en Parvati. In Amsterdam leerde Bep – inmiddels actrice – halverwege de tweede helft van de twintigste eeuw onder meer Ramses Shaffey, Simon Vinkenoog en Henk van Ulsen kennen. In 1981 verscheen het door haar geschreven boek ‘A book of Self Re-education’.
Evelien de Visser
Geschonken in maart 2020 aan Stichting Steunfonds Museum Bredius door Martine Letts, kleindochter van Elisabeth Pop.
Zoom in