Roestraeten, Pieter Gerritsz. van (kopie naar)
De schoenlapper
Met een pijp in zijn mond geklemd, zit een schoenlapper op een kruk naast een tafel waarop de gereedschappen liggen die hij voor zijn ambacht nodig heeft. Zijn linkervoet heeft hij op een houten blok gezet. Met een els boort hij gaatjes in een elegante damesschoen, die met een riem is vastgeklemd op zijn linkerbeen. Op de planken vloer staat tussen restjes leer de andere schoen en op een kruk liggen een paar soldatenlaarzen klaar om gelapt te worden. Op de grond staat een tinnen bierpul. Aan de andere kant van de schoenlapper, aan een halfhoge afscheiding, hangt nog een paar schoenen, dat hoogstwaarschijnlijk al gereed is. In de achtergrond is er nog een doorkijk naar een andere ruimte waar een vrouw het vuur in een haard aanwakkert met een blaasbalg. Door een onzichtbare lichtbron worden de figuur van de ambachtsman en zijn directe omgeving fraai uitgelicht. De recente schoonmaak van het schilderij heeft dit weer goed zichtbaar gemaakt en wij kunnen nu met meer genoegen naar het schilderij kijken.
Lange tijd heeft dit werk bekend gestaan als geschilderd door Gerard ter Borch II (1617-1681). Sturla Gudlaugsson heeft in zijn monografie over die kunstenaar die suggestie echter van de hand gewezen. Naar zijn mening was het schilderij mogelijk een werk van Pieter Gerritsz. van Roestraeten uit de periode 1680-1690 of een heel vroeg werk van Nicolaes van Haeften (1653/73-1715)[1]. Het schilderij kan inderdaad in verband worden gebracht met genretaferelen die we van Van Roestraeten kennen. Er zijn diverse exemplaren van deze voorstelling bekend. De meeste ervan zijn niet van voldoende kwaliteit om als eigenhandig werk te worden beschouwd. Eén schilderij met dezelfde voorstelling van een schoenlapper in zijn werkplaats, dat in 2002 werd geveild, is echter wel met enige zekerheid aan Van Roestraeten toe te schrijven.[2] Het is heel goed mogelijk dat dat werk het voorbeeld voor dit exemplaar is geweest.
ELLY KLÜCK
[1] S.J. Gudlaugsson, Gerard ter Borch II, Den Haag, 1960, p. 277, cat.nr. D 9.
[2] Veiling Londen (Sotheby’s), 18-04-2002, lot 48
Meer over dit schilderij in
Museum Bredius: Catalogus van de schilderijen en tekeningen