Boek nu

Vlaamse School (17de eeuw?)

De provisiekamer

Vlaamse School (17de eeuw?)

1610 - 1690

De provisiekamer

paneel (hout), olieverf: 45.5 x 74.5 centimeter
Datering: 1661-1685
Objectnummer: 117-1946

Schilderij uitgelicht:

Het zeventiende-eeuwse register van leden van het Antwerpse Gilde van Sint Lucas bevat talloze namen van schilders van wie we tegenwoordig geen enkel werk kunnen aanwijzen. Toch waren velen van die kunstenaars zeker geen eendagsvliegen of leerlingen die nooit het meesterschap behaalden. Sommigen waren zelfs tientallen jaren werkzaam. Velen van hen zullen hun brood hebben verdiend in grote ateliers, werkend aan een gestadige, overwegend anonieme productie van schilderijen in de stijl van toonaangevende meesters als de genreschilder David Teniers II (1610-1690) of Frans Snijders (1579-1657), specialist voor stillevens en diervoorstellingen. In aantal maken de schilderijen die dergelijke ateliers verlieten misschien wel de helft uit van de nu bekende Antwerpse productie uit de zeventiende eeuw. Omdat ze nu vaak te boek staan als ‘in de trant van Teniers’ of ‘navolger van Snijders’ – of welke naam er dan ook als voorbeeld aan te koppelen is – valt die enorme hoeveelheid niet zo op. Echter, wanneer ze consequent zouden worden gerubriceerd als anoniem Antwerps, dan werd hun grote aandeel overduidelijk. Niet alleen in Antwerpen zelf was er veel belangstelling voor zulke gunstig geprijsde stukken ‘in de stijl van’, veel ervan werden ook voor directe export geschilderd. Uiteraard hadden deze schilderijen niet het niveau van die van belangrijke meesters als Teniers en Snijders zelf, maar de gemiddelde kwaliteit was behoorlijk en veel ervan werden op zeker moment in hun geschiedenis gemakshalve van een signatuur voorzien en gingen op den duur al te makkelijk door voor eigenhandig werk van de kunstenaar op wiens werk ze waren geïnspireerd.

Zo ook dit interieur van een voorraadkamer, dat door Bredius werd aangeschaft als een werk van David Teniers II en dat tot voor kort als zodanig door het leven ging. Vergelijken we echter de kwaliteit van de figuren met die op eigenhandig werk van Teniers, dan blijken de laatste beslist overtuigender gemodelleerd en gekarakteriseerd te zijn. Zeker na de recente schoonmaak van Bredius’ schilderij is dit meer dan duidelijk geworden. Waar Teniers zijn figuren moeiteloos in vlotte penseelstreken krachtig neerzette, blijken de hier weergegeven boeren toch het product te zijn van een minder zekere, zij het goed geschoolde hand. Ook de compositie als geheel overtuigt niet volledig als eenheid. Bovendien werden de stilleven-motieven en hun samenstelling ongetwijfeld ontleend aan werk van Frans Snijders. Die schilderde regelmatig dergelijke uitstallingen van jachtbuit, groente, vis en andere etenswaren, zij het steeds op aanzienlijk groter formaat. Zo produceerde de anonieme atelier medewerker – of beter: atelier medewerkers, want er zijn duidelijk verschillende handen in de uitvoering aan te wijzen – aan de hand van verscheidene voorbeelden een aangenaam schilderij dat bij snelle beschouwing de indruk wekt een David Teniers te zijn met aan Frans Snijders ontleende stilleven-motieven. Het was als zodanig een goed verkoopbaar product voor de gretige kunstmarkt – en zou dat vandaag de dag waarschijnlijk ook nog zijn.

FRED G. MEIJER

Zoom in