Lezing 18 december in Museum Bredius
Haagse wereldwandelaars en wereldfietsers, 1905-1935
De wereld is klein geworden. Veel Nederlanders verkennen met het vliegtuig, de auto of de trein alle uithoeken van de wereld. Ruim honderd jaar geleden pakt een grote groep jonge arbeiders het anders aan. Tussen 1905 en 1935 gaan ze voet (of met de fiets) massaal op wereldreis. Het ‘globetrotten’ wordt een rage.
Op 18 december geeft de socioloog en wetenschapsjournalist Jaco Berveling in een lezing over deze bijzondere periode uit de recente Nederlandse geschiedenis. Veel globetrotters kwamen uit de grote steden Amsterdam en Rotterdam, maar er zijn ook veel Hagenaars op pad gegaan. Denk bijvoorbeeld aan Willem van der Hoeven (vertrok in 1906), Cornelis Petrus de Weille (die het in 1907 op een lopen zette), de jongemannen Lanza, De Groot en Van Meel (1908), de mannen Blonk en Schutte (die in 1909 op een tandem stapten) en na de Eerste Wereldoorlog Dirk van der Toorn uit Scheveningen en de familie Appelboom-Privé.
De jongemannen waren van eenvoudige komaf (denk aan sjouwers, kelners, kappers of werklozen) en meestal rond de 25 jaar oud. Ze hadden geen geld en spraken meestal geen woord buiten de deur. Dat weerhield ze niet. Ze legden vaak enorme afstanden af en bleven soms jarenlang weg. Hun belangrijkste bron van inkomsten was de verkoop van portretkaarten met hun afbeelding.
Jaco Berveling laat deze vergeten periode speciaal voor Die Haghe herleven. Hij geeft de wereldwandelaars (en enkele wereldfietsers) letterlijk en figuurlijk een gezicht. ‘Figuurlijk’ door het beschrijven van de opmerkelijke belevenissen van de globetrotters. ‘Letterlijk’ doordat hij de hand heeft weten te leggen op de portretkaarten die de wereldreizigers onderweg verkochten.
Praktische informatie:
Datum: 18 december 2024
Aanvang: 16.15 uur met een inloop vanaf 16.00 uur
Locatie: Museum Bredius, Lange Vijverberg 14
Kosten: leden € 5.-, introducés: €7.50
Aanmelden: activiteiten@haagsegeschiedenis.nl