Meyer, Hans Lessoe
Paar zoutvaatjes
Paar zoutvaatjes
Paar zoutvaatjes in rococo-stijl
Paar zoutvaatjes
Paar kandelaren
De schoenlapper
Paar sauskommen
Paar Visscheppen
Paar vaasjes
Paar Meissener beeldjes
Paar Frankenthaler beeldjes
Paar beeldjes
Paar beeldjes
Paar beeldjes
Paar pistoolheftmessen
Paar terrines met franse deksel en binnenschaal
Portret van een dame
Paar kastanjevazen
Paar strooibussen
Paar Friese doorlopers
Jong paar
Driedelig Imari kaststel
Paar soepdienlepels
Paar visscheppen
Paar natfruitlepels
Twee flessen met stop
Vijfdelig Meissener kaststel August Rex
Paar vazen
Drie paar kandelaars met losse vetvangers
Dekselpot met handvaten
Paar Tafelkomforen
Paar flesjes
Drie puntflessen
Toiletborstel
Toiletborstel
Paar in nachtlandschap
Paar bij avond
Paar in slaapvertrek
Een paar zoutvaatjes op drie rocaillevormige pootjes met blauwglazen binnenbak.
Zoom inEen paar zoutvaten in de rococo-stijl met helderglazen binnenbakjes. Eén binnenbakje ontbreekt.
Zoom inEen paar Adam style-zoutvaatjes met blauwglazen binnenbak
Zoom inPaar zilveren kandelaren met vier armen. De kandelaren zijn boomvormig.
Zoom inMet een pijp in zijn mond geklemd, zit een schoenlapper op een kruk naast een tafel waarop de gereedschappen liggen die hij voor zijn ambacht nodig heeft. Zijn linkervoet heeft hij op een houten blok gezet. Met een els boort hij gaatjes in een elegante damesschoen, die met een riem is vastgeklemd op zijn linkerbeen. Op de planken vloer staat tussen restjes leer de andere schoen en op een kruk liggen een paar soldatenlaarzen klaar om gelapt te worden. Op de grond staat een tinnen bierpul. Aan de andere kant van de schoenlapper, aan een halfhoge afscheiding, hangt nog een paar schoenen, dat hoogstwaarschijnlijk al gereed is. In de achtergrond is er nog een doorkijk naar een andere ruimte waar een vrouw het vuur in een haard aanwakkert met een blaasbalg. Door een onzichtbare lichtbron worden de figuur van de ambachtsman en zijn directe omgeving fraai uitgelicht. De recente schoonmaak van het schilderij heeft dit weer goed zichtbaar gemaakt en wij kunnen nu met meer genoegen naar het schilderij kijken.
Lange tijd heeft dit werk bekend gestaan als geschilderd door Gerard ter Borch II (1617-1681). Sturla Gudlaugsson heeft in zijn monografie over die kunstenaar die suggestie echter van de hand gewezen. Naar zijn mening was het schilderij mogelijk een werk van Pieter Gerritsz. van Roestraeten uit de periode 1680-1690 of een heel vroeg werk van Nicolaes van Haeften (1653/73-1715)[1]. Het schilderij kan inderdaad in verband worden gebracht met genretaferelen die we van Van Roestraeten kennen. Er zijn diverse exemplaren van deze voorstelling bekend. De meeste ervan zijn niet van voldoende kwaliteit om als eigenhandig werk te worden beschouwd. Eén schilderij met dezelfde voorstelling van een schoenlapper in zijn werkplaats, dat in 2002 werd geveild, is echter wel met enige zekerheid aan Van Roestraeten toe te schrijven.[2] Het is heel goed mogelijk dat dat werk het voorbeeld voor dit exemplaar is geweest.
ELLY KLÜCK
[1] S.J. Gudlaugsson, Gerard ter Borch II, Den Haag, 1960, p. 277, cat.nr. D 9.
[2] Veiling Londen (Sotheby’s), 18-04-2002, lot 48
Meer over dit schilderij in
Museum Bredius: Catalogus van de schilderijen en tekeningen
Paar visscheppen met gladde stelen, aan het einde lichtoplopend met een middenrib. de bak opengezaagd en gegraveerd met rocailles met daartussen een baars, een kabeljauw en een schol
Zoom inEen paar van twee jongens, respectievelijk links- en rechtskijkend, beiden met een wingerdblad op het hoofd. Naar een model van Johann Joachim Kaendler en Friedrich Elias Meyer. Er bestaat ook een vrouwelijke variant, maar die komt minder vaak voor. Deze figuren worden voor het eerst aangetroffen in de inventaris van de Hofkonditorei in Warschau.
Zoom inEen paar bestaande uit een meisje en een jongen, beiden met een lammetje onder de armen. Naar een model van een onbekende modelleur (vroeger toegeschreven aan Adam Bauer).
Zoom inEen paar bestaande uit een Gärtnerin en een Gärtner: het meisje met een gieter en een mand bloemen, en de jongen met een schop en een pot met een plant. De tuit van de gieter is afgebroken.
Zoom inEen paar bestaande uit een meisje met een poes in haar armen en een jongen met een opspringende hond.
Zoom inEen paar bestaande uit een fluitspelende herder met een hond, en een herderin met een bloemenkrans en een lammetje. De fluit en de vingers van de linkerhand van de herder zijn afgebroken.
Zoom inPaar pistoolheftmessen. Vormt een set met EM-64-1946
Zoom inPaar terrines met franse deksel en binnenschaal (EM-35-1946)
Zoom inOver het leven van Willem Drost is weinig bekend, alleen dat hij vermoedelijk omstreeks 1630 geboren werd. Er zijn zeven gesigneerde werken van hem bewaard. Volgens Houbraken was hij omstreeks 1650 een leerling van Rembrandt. Daarna ontwikkelde hij zich als historie- en portretschilder. Tussen 1655 en 1660 verbleef hij in Rome en Venetië.
Ons portret uit 1653 toont duidelijk de invloed van Rembrandt in het sterke licht-donker contrast (clair obscur), de donkere achtergrond en het impasto (dik opgebrachte verf) bij de hand en de handschoen. Het gezicht en de muts zijn daarmee vergeleken veel fijner geschilderd.
De tegenhanger van dit stuk is een portret van een jongeman dat zich nu in het Metropolitan Museum in New York bevindt. Tot 1903 waren de twee stukken steeds bij elkaar gebleven. Toen zijn zij bij een veiling gescheiden. Op een tentoonstelling in 1993 hing het paar weer kort bijeen in Den Haag.
Wie de geportretteerden zijn, staat niet vast. Afgaand op een zekere gelijkenis van de jongeman met een geëtst zelfportret van Drost zouden het de schilder en zijn vrouw kunnen zijn. Een andere mogelijkheid is dat het paar behoort tot een adellijke Nederlandse familie, die de portretten vroeger lange tijd in bezit had.
Zoom inHet zeldzame paar kastanjevazen op vierkante voet met gecanneleerd vaasvormig lichaam heeft op het deksel een weelderige knop in de vorm van bloemen, en is voorzien van geometrisch vormgegeven handgrepen.
Zoom inHet kaststel bestaat uit een balustervormige vaas met een hoog gewelfde deksel en met een leeuw in biscuit als handgreep, een een paar trompetvormige bekervazen. Zij zijn bont versierd met medaillons, waarin landschappen met onder andere pijnbomen. De kleuren donker bruin, rood en groen domineren. Vermoedelijk is dit oorspronkelijk een vijfdelig stel geweest, wat betekent dat twee balustervormige dekselvazen ontbreken.
Zoom inDe lepels hebben een prachtige schelpvormige bak en een licht gebogen, gladde steel met naar het einde een middenrib.
Zoom inEen tweetal Visscheppen met een opengewerkte bak met rozetten langs de rand en een parelrand aan één zijde. De handgreep uit twee delen gegoten met geribd decor
Zoom inZeldzame lepel, naar het model van de eetlepel met fraai symmetrisch opengezaagde bak
Zoom inEen kaststel bestaande uit vijf vazen: een centrale balustervormig dekselvaas, een paar balustervormige dekselvazen van een ander model en twee kratervormige bekervazen met een spreidende mondrand. Alle voorzien van een decor met Indianische Blumen, uitgevoerd in oranjerood, groen, blauw en goud.
Zoom inHelder, kleurloos glas. Gefacetteerde gewelfde voet met brede geschulpte rand, die is geslepen met ruiten rondom. De stam is achtkantig gefacetteerd, met twee knopen. Cilindrische houder, achtkantig gefacetteerd met in het midden een gefacetteerde rand. De vetvangers zijn verschillend. De bijbehorende vetvangers a 2, b 2, c 2 zijn vierkant van vorm, met geschulpte rand, en gefacetteerd met ruiten rondom. De vervangende vetvanger d 2 is licht uitbuigend, heeft een ronde vorm met geschulpte rand, en is gefacetteerd. Vetvanger e 2 heeft een sterk uitbuigende en ronde vorm, met geschulpte rand en is gefacetteerd. Vetvanger f 2 is zeshoekig, licht uitbuigend, met geschulpte rand en facetten. In Engeland werden glazen kandelaars met één kaarsenhouder al aan het eind van de zeventiende eeuw gemaakt. Vermoedelijk waren ze in de achttiende eeuw vrij zeldzaam; de metalen kandelaar werd meer benut. De glazen kandelaar had grotendeels dezelfde vormentaal als het meer gebruikelijke metalen exemplaar, maar had echter één groot voordeel: het glas zorgde voor talloze reflecties in het kaarslicht, waarbij de gespleten lichtbundels als een regenboog het vertrek oplichtte, wat bij een metalen kandelaar niet gebeurde. Op een handelskaart uit ca. 1765-1770 van William Parker – die zijn eigen zaak ‘William Parker’s Glass House’ aan Fleet Street in Londen had – zijn enkele geslepen kandelaars te herkennen, die sterke overeenkomst vertonen met het zestal kandelaars van Bredius. De sterk gewelfde voet met ruitmotief, de cilindrisch gefacetteerde houder en de losse vetvanger komen zowel bij de kandelaars van Bredius als die van Parker (afb. 7) voor, maar ook de stam met puntige knoop van een ander exemplaar van Parker (afb. 8) komt overeen met de kandelaar van Bredius. Vanwege hun kwetsbaarheid hebben weinig geslepen glazen kandelaars de tand des tijds overleefd en zijn derhalve uiterst zeldzaam.
Zoom inEen balustervormige pot op spreidende voet, met wijde mondrand en een hoog gewelfde deksel met puntige knop. Aan weerszijde een hoog gebogen handvat met drakenkop op het bovenstuk. Versierd in onderglazuur blauw met lotusbloemen, bloemtakken en twee puntige, geschulpte medaillons, beschilderd met boeken, rollen en twee elkaar overlappende, waaiervormige vakken. Op het deksel een band met lambrequins gevuld met een rolschildering en een weiqi-bord, met daartussen bloemtakjes. Op de voet een band met gestreepte driehoeken.Dit zeldzame stuk schijnt slechts korte tijd exclusief voor de Nederlandse markt te zijn vervaardigd naar een westers model, vermoedelijk van Delfts aardewerk. De enkele exemplaren die bekend zijn, onder andere een paar in het Rijksmuseum te Amsterdam, hebben meestal dezelfde versiering. Een uitzondering is het exemplaar in het keramiekmuseum Duca di Martina in Napels. In de verzameling Oosters porselein van de Jan Menze van Diepen Stichting (Fraeylemaborg, Slochteren) is een zilveren kraantje in Lodewijk XV-stijl aangebracht, waardoor deze pot de functie van fonteinpot kreeg.
Zoom inFlesjes met een verfijnd decor van een leeuw in blauw.
Zoom inDe drie flessen, waarvan twee een paar vormen, zijn peervormig met op de buik een landschap in blauw. Op de voorgrond twee converserende geleerden bij een rotsachtige oever en gebergte op de achtergrond. Tevens rotsachtige oeverlandschappen met enkele huizen en paviljoens tussen de bomen. De weergave van twee converserende geleerden in een landschap was een geliefd thema tijdens de Kangxi periode, evenals de geneugten van het landleven. De schilder heeft op verfijnde wijze de contouren van de puntfles gebruikt om de voorstelling uit te beelden. De vrije schilderstrant is verwant aan die van de overgangsperiode (1620-1683).
Zoom inZilveren toiletborstel, vormt een paar met EM-61-1946. Dergelijke borstels maakten deel uit van een toiletservies, dat bestond uit een spiegel, grote en kleine dozen, bakjes, kortom alles wat nodig was voor de vrouw des huizes om ’s ochtends toilet te kunnen maken. Complete zilveren serviezen uit deze periode zijn uiterst zeldzaam. Dat deze twee kleine borstels nog bij elkaar zijn, is ook uitzonderlijk. Zij werden gebruikt om de kleding af te borstelen, bijvoorbeeld na het poederen.
Zoom inZilveren borstel, vormt een paar met EM-60-1946. Dergelijke borstels maakten deel uit van een toiletservies, dat bestond uit een spiegel, grote en kleine dozen, bakjes, kortom alles wat nodig was voor de vrouw des huizes om ’s ochtends toilet te kunnen maken. Complete zilveren serviezen uit deze periode zijn uiterst zeldzaam. Dat deze twee kleine borstels nog bij elkaar zijn, is ook uitzonderlijk. Zij werden gebruikt om de kleding af te borstelen, bijvoorbeeld na het poederen.
Zoom inJan steen leerde, behalve bij Knfupfer, bij de landschapsschilder Jan van Goyen, wiens dochter Margriet hij huwde. Zij, en hun kinderen waren zijn leven lang favoriete modellen van Steen.
Hier kijkt een oude man met rode neus onder het hemd van een niet onwillige jonge vrouw. Op afbeeldingen van echtparen van ongelijke leeftijd is meestal zoiets als een geldbuidel te zien, die als verklaring moest dienen. Hier is dat niet het geval. Het is ook mogelijk dat het hier om een bordeelscène gaat: de rode kleding van de vrouw kan dat zeker suggereren. De pijp in de pot wijst ook daarop: ‘een pijpje uitkloppen’ is een oud eufemisme voor boordeelbezoek.
De fles drank en de rode neus duiden op onmatig drankgebruik; het vuurtestje, de sloffen en de kousen zijn te begrijpen als seksuele toespelingen.